Yad Vashem-onderscheiding postuum uitgereikt aan verzetsstel die Joodse medeburgers hielp onderduiken in Ommen

Ommen – Gistermiddag is de ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’ onderscheiding postuum uitgereikt aan Frits Iordens en Anna Maclaine Pont. Deze onderscheiding is een uit de Talmoed afkomstige eretitel die door Israël wordt gegeven aan niet-Joden, die Joden ten tijde van de Tweede Wereldoorlog -vaak met gevaar voor eigen leven- hebben geholpen. De ontvangers worden namens het hele Joodse volk geëerd met deze hoogste Israëlische onderscheiding. De toekenning gebeurt door de leiding van Yad Vashem; het officiële monument van Israël voor het herdenken van Joodse slachtoffers, van de verschrikkingen tijdens onder meer de Holocaust.

Zodoende noemt men de titel ook wel de Yad Vashem-onderscheiding. Het herinnerings- en documentatiecentrum heeft onder andere een park gewijd aan de ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’. Naast de medaille en oorkonde die de decorandi ontvangen, wordt zijn of haar naam -naast de slachtoffers van de Holocaust- in een muur in dat park gebeiteld. Frits Herbert Iordens (1919-1943) en Anna Maclaine Pont (1916-1969) kregen de onderscheiding voor hun verzetsdaden waarmee ze het leven hebben gered van talloze Joden.

Frits Iordens en Anna Maclaine Pont. Foto: Hetty Stomps/OudOmmen.nl

Universiteit

Frits Iordens werd in 1919 geboren in Arnhem. In 1938 begon hij als rechtenstudent aan de Universiteit van Utrecht. Anna Maclaine Pont werd in 1916 geboren, en studeerde er in dezelfde periode kunstgeschiedenis. De twee leerden elkaar kennen tijdens de eerste studiejaren. Ze werden tijdens de oorlogsjaren actief in het verzet, en raakte al snel nauw verbonden met een in juli 1942 opgerichte verzetsgroep; die later bekend werd als het Utrechts Kindercomité. Een groep van ongeveer 15 jonge studenten, die vanuit Utrecht georganiseerd werkte om de deportatie van voornamelijk Joodse kinderen uit Amsterdam te voorkomen; meestal door ze te helpen onderduiken. Om nadien de kinderen weer op te kunnen sporen werd een minutieuze administratie bijgehouden in een codeboek.

Utrechts Kindercomité

De onderscheiden verzetslieden bouwden een uitgebreid onderduik netwerk op. Iordens in de regio Arnhem en Utrecht, en Maclaine Pont in de regio Ommen en Zwolle waar zij familie had. Laatstgenoemde kende de baron Philip van Pallandt, die het landgoed Eerde in eigendom had. Het stel vertoefde er hun studententijd regelmatig. Ook met het oog om Joodse kinderen er onder te laten duiken. Het landgoed werd uiteindelijk een spil in het onderduik netwerk. Behalve in ‘t Weversnest op het landgoed zelf, werden daar vanuit ook kinderen in de regio Ommen ondergebracht.

De nicht van Maclaine Pont, Ankie Stork, had ook een grote rol in dit onderduik netwerk. Dankzij het Twentse netwerk van haar vader en de inzet van onder meer dominee Berkhof in Lemele werd ze geholpen aan onderduikadressen. Ankie Stork ontving in 1994 voor haar werk al dezelfde onderscheiding. Het Utrechts Kindercomité wist uiteindelijk zo’n 400 Joodse kinderen te helpen onderduiken; volgens schattingen meer dan een derde van alle Joodse kinderen die tijdens de bezetting met onderduiken van deportatie konden worden gered.

Verzet

Maar de twee hielden zich tijdens de oorlogsjaren niet alleen bezig met het faciliteren van onderduiken. In 1942 eisten de bezetters bij de Universiteit van Utrecht de namenregisters van alle studenten op. Deze gegevens dreigde gebruikt te worden om de helft van alle Utrechtse studenten af te voeren naar Duitsland, en ze daar aan het werk te zetten in de Arbeitseinsatz. Om dat tegen te houden stak Iordens, samen met enkele andere studenten, in de vroege ochtend van 13 december 1942 de administratie van de universiteit in het Academiegebouw in brand. De gegevens werden succesvol vernietigt, en het kwam nooit tot het systematisch afvoeren van Utrechtse studenten.

Maclaine Pont was niet minder heldhaftig. Ze wist samen met Iordens -die gekleed ging in een SS-uniform- drie kinderen die door het kindercomité waren ondergebracht, maar werden opgepakt, weer terug te halen. Om de activiteiten van de verzetsgroep te financieren, bracht ze eind 1942 een kopie van het ‘Het lied der achttien dooden’ van Jan Campert naar Geert Lubberhuizen, die het vervolgens in geheim uitgaf en verspreidde. Nog tijdens de oorlog werden van het gedicht vijftienduizend exemplaren verkocht voor vijf gulden per stuk. Ze vroeg onder meer haar nicht Ankie Stork om het gedicht te verkopen, die daarna ook betrokken raakte bij de groep.

Piloten

In 1943 trouwden de onafscheidelijke Iordens en Maclaine Pont stiekem in Arnhem. Vanaf de zomer van dat jaar zetten beiden zich ook in om achter vijandelijke linies neergekomen geallieerde piloten te redden, en te helpen onderduiken. Hiervoor werd onder meer een lijn naar België opgezet, en werd geprobeerd de vliegers via Frankrijk en Spanje terug naar de thuisbasis te krijgen. Toen Iordens op 2 maart 1944 bezig was om geredde piloten naar een schuilplaats te brengen, werd hij in het Belgische Hasselt aangehouden. Hij wist te ontsnappen, maar werd bij de vluchtpoging door de nazi’s doodgeschoten.

Na de bevrijding, en tweeëneenhalf jaar na het overlijden, werd Iordens op verzoek van weduwe Maclaine Pont met speciale toestemming herbegraven op het landgoed Eerde. Dat gebeurde op een voor beide bijzondere plek, aan de oever van de Regge. Ze brachten er uren door in de bossen, om te dromen over hun leven na de oorlog. Recent werd de gedenksteen bij dat graf nog in oorspronkelijke staat hersteld. Anna Maclaine Pont overleefde de oorlog, en werkte na de bevrijding als vertaler. Toen ze in mei 1969 na een bezoek aan het graf in Eerde terugreed naar Zwolle, kwam ze om het leven bij een auto-ongeluk. Ze woonde tot haar overlijden in Zwolle.

Eerde

De ceremonie vond gisteren plaats in het kasteel Eerde, in aanwezigheid van familieleden van beide verzetshelden. Namens het gemeentebestuur van Ommen was burgemeester Hans Vroomen aanwezig. “Door het netwerk van Anna Maclaine Pont in deze regio en de inzet van vele Ommenaren is dit dé plek voor deze ceremonie”, verklaarde Vroomen de locatie. “Hier komen de draden samen die het verhaal vormen van twee mensen die hebben gezegd: dit onrecht laten we niet gebeuren. Wij komen in actie.” Het was volgens aanwezigen een indrukwekkende middag. De onderscheidingen -een oorkonde met medaille- werden uitgereikt aan twee nabestaanden en naamgenoten: Neef Frits Iordens uit Amsterdam, en Anna’s dochter Annemieke Maclaine Pont uit Wijchen.

Bij de uitreiking van de eretitel waren (v.l.n.r.) burgemeester Hans Vroomen, Frits Iordens (neef van Frits Iordens), Annemieke Maclaine Pont (dochter Anna Maclaine Pont) en de ambassadeur van Israël, Naor Gilon aanwezig. Foto: gemeente Ommen.

OudOmmen.nl

De verzetsdaden van Iordens en Maclain Pont werden -zoals zoveel historische gebeurtenissen- aan de vergetelheid ontrukt door de verhalen op de historische website OudOmmen.nl. Voor waarnemend burgemeester Bas Verkerk waren deze verhalen aanleiding om een initiatief voor een onderscheiding op te starten. Dit werd overgenomen, en gerealiseerd door de huidige burgemeester Hans Vroomen. Namens de nabestaanden vertelde nicht Pauline Norbeck-Iordens tijdens de ceremonie hoe belangrijk deze postume onderscheiding is: “Helaas heb ik mijn oom Frits nooit gekend. Ik ken enkel de familieverhalen en de dagboeken die mijn oma tijdens de oorlogsjaren bij hield. Hierin sprak een zeer bezorgde moeder, wiens angst waarheid werd.”

“Frits was voor de oorlog sportief, muzikaal en zeer sociaal. En Anna was een heerlijk impulsief en kleurrijk persoon. Maar na de oorlog raakten ze in de vergetelheid. De dochter van Anna en de vele achterneven en nichten van Frits hielden hun verhaal levend. Geen films of musical over dit koppel. Maar deze Yad Vashem onderscheiding markeert voor altijd hun plek in de geschiedenis”, vervolgde ze.

Ambassadeur

Het uitreiken van de onderscheidingen werd gedaan door Naor Gilon, de ambassadeur van Israël in Nederland. Hij sprak lovende woorden over de verzetsstrijders: “In Nederland zijn, naast Polen, de meeste ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’. Ik ben vereerd dat ik, als zoon van een overlevende van de Holocaust, deze onderscheiding mag uitreiken aan de nabestaanden van Frits Iordens en Anne Maclaine Pont. De Joodse gemeenschap is deze helden voor altijd dankbaar.” Burgemeester Hans Vroomen toonde zich tijdens de ceremonie onder de indruk van het heldenwerk van beide verzetslieden, en vroeg zich tijdens zijn toespraak af: “…als wij in hun schoenen hadden gestaan, hadden wij het dan ook gedurfd?”

Meer over het leven en de daden van Frits Iordens en Anna Maclaine Pont is te lezen op www.oudommen.nl.