Ommen – Vanaf woensdag 26 januari tot en met zaterdag 5 februari zijn de Nationale Voorleesdagen. Sinds 2003 worden deze door de Stichting CPNB georganiseerd, op initiatief van Stichting Lezen. Om er tijdens dit anderhalve week durende voorleesfeest extra aandacht aan te geven, heeft Ommer wethouder Ko Scheele vanmorgen in de bibliotheek in Ommen voorgelezen aan kinderen. Dat deed hij uit het Prentenboek van het Jaar: Maar eerst ving ik een monster. Dat prentenboek staat centraal tijdens deze dagen, en is geschreven door Tjibbe Veldkamp met illustraties van Kees de Boer.
“Dit is een kort verhaal. Waarom is het kort? Omdat het bedtijd is. Het verhaal gaat over jou. Jij ging slapen. En toen was het verhaaltje alweer uit. Ja… maar eerst ving ik een monster…” Zo begint het boek, en begon dus ook het voorlezen van Scheele. Kinderen tot zes jaar waren vanmorgen welkom in de bibliotheek. In verband met corona was vooraf aanmelden wel nodig, en was er slechts beperkt ruimte. Toch was de belangstelling groot. Nadat de wethouder had voorgelezen, en de figuurlijke monsters waren gevangen, werden de kinderen getrakteerd op een ontbijtje.
Extra belangrijk
Volgens de beide organiserende stichtingen is voorlezen zeker in coronatijd extra belangrijk. In de afgelopen periode waren de scholen en kinderdagverblijven vaak gesloten, en is het van extra belang geworden dat ouders/verzorgers vaker voorlezen. Volgens de stichtingen ontwikkelen baby’s, peuters en kleuters die door hun ouders worden voorgelezen, een voorsprong in hun taalontwikkeling. Met 15 minuten voorlezen per dag, zou een kind zo’n duizend nieuwe woorden per jaar leren.
Van de kinderen die niet worden voorgelezen heeft 30% voldoende woordenschat voor een goede start op school. Van de peuters en kleuters die wel geregeld zijn voorgelezen is dat bijna 70%. Via het voorlezen ontwikkelen kinderen naast een goede woordenschat ook hun mondelinge taalvaardigheid en maken zij kennis met ‘boekentaal’; taal die afwijkt van de dagelijkse spraaktaal. “Het is belangrijk om kinderen van jongs af aan te laten ervaren hoe leuk voorlezen is. Een positieve houding tegenover het lezen is belangrijk voor het later zelf willen leren lezen”, schrijft de Stichting Lezen.
Het doel van de Nationale Voorleesdagen is om ouders, pedagogisch medewerkers en leerkrachten te stimuleren om vaker voor te lezen aan kinderen die dat zelf nog niet kunnen. Volgens de stichtingen hebben de dagen een degelijk effect. Driekwart van de ouders die de campagne in 2021 zag, en een kinderboek in huis haalde, zegt dat de Voorleesdagen hierop van invloed waren.
Voorleestips
Uit onderzoek dat in opdracht van Stichting CPNB en Stichting Lezen is uitgevoerd blijkt dat de helft van de ouders graag meer zou willen voorlezen dan dat ze eigenlijk doen. Tijdgebrek is daarbij het belangrijkste knelpunt. Daarnaast blijkt dat ouders vaak ook behoefte hebben aan tips. Welke boeken passen bijvoorbeeld bij de leeftijd, en welke boeken zijn het meest geschikt voor interactief voorlezen.
De opgestelde Prentenboek Top 10 moet daarbij een handvat bieden. Een comité van Nederlandse jeugdbibliothecarissen stelde deze lijst samen, met prentenboeken die in 2021 verschenen. Het Prentenboek van het Jaar 2022 voert deze lijst aan. Tijdens De Nationale Voorleesdagen krijgen deze boeken extra aandacht. Zo is speciaal voor de gelegenheid van Maar eerst ving ik een monster een mini-editie verschenen. Deze wordt tot en met 5 februari voor €5,25 aangeboden bij de goede boekhandel.