Junne – In opdracht van het Waterschap Vechtstromen is vandaag begonnen met het opruimen van het bouwterrein naast de stuw in Junne. Dit gebeurt omdat er na de laatste uitspraak voorlopig toch geen werkzaamheden kunnen plaatsvinden voor de droogzetvoorziening, en het waterschap niet verwacht dat dit wel kan voor het aanstaande hoogwaterseizoen begint.
In dat seizoen, dat loopt van 1 oktober tot 1 april, is de kans op hoogwater hoog, en mogen er überhaupt geen werkzaamheden in de bedding van de Vecht worden uitgevoerd. “Er zou dan schade kunnen ontstaan aan het materieel, maar ook de doorstroming van het water in de Vecht zou belemmerd kunnen worden. Tijdens het hoogwater kan dat grote gevolgen hebben”, aldus het waterschap.
Opruimen
Op het bouwterrein worden alle materialen weggehaald, evenals de hekken die het terrein omringen. Naast dat opruimen zullen ook de damwanden die eerder al wel konden worden geplaatst, weg worden gehaald. Daarvoor is eind vorige week een machine naar het bouwterrein gebracht. Die heeft vandaag de damwanden weer uit de kade van de Vecht getrokken. Het waterschap verwacht dat het enkele weken zal duren om het terrein helemaal op te ruimen.
Als het leeg is zal het terrein waar nodig hersteld worden, en weer met gras worden ingezaaid. Net zoals bij de werkzaamheden in het voorjaar het geval was, kunnen omwonenden mogelijk enige hinder ondervinden van de machines die aan het werk zijn bij het opruimen. Een ecoloog van het waterschap heeft vooraf gekeken of de werkzaamheden geen hinder of schade kunnen veroorzaken voor planten en dieren rondom de stuw.
Inspectie
Juridische schermutselingen en beroepsprocedures zijn de reden dat de werkzaamheden voor het droogzetten van de stuw -en indirect de inspectie van de stuw en het beoordelen of renovatie mogelijk is- voorlopig niet door kunnen gaan. Met de werkzaamheden wordt volgens het waterschap niet tegen de laatste uitspraak van de rechter ingegaan. “De opruimwerkzaamheden zijn vergunningsvrij. Het college van Ommen en Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben dat bevestigd”, licht woordvoerder Martin Hilferink van het waterschap toe.