Ommer recreatieondernemers verzetten zich tegen 10 (pro)cent verhoging toeristenbelasting

Ommen – Recreatieondernemers uit de gemeente Ommen verzetten zich tegen de verdere verhoging van de toeristenbelasting. In het Belastingsplan 2019-2022 van de gemeente wordt voorgesteld om in 2020 de toeristenbelasting die toeristen voor een overnachting op een camping of hotel in Ommen betalen voor de volgende vier jaar met 10 cent te verhogen naar 1,10 euro. In de raadscommissie vergadering van afgelopen donderdag liet Gerrit-Jan Hagedoorn van recreatiepark de Beerze Bulten namens de recreatieondernemers zijn ongenoegen blijken. “Een verhoging van tien procent, hiermee gaat de gemeente Ommen zich de markt uit prijzen”, waarschuwt Hagedoorn.

Niet serieus

Hagedoorn zit met enkele collega’s in het Platform Recreatie, waarin zo’n vier keer per jaar wordt overlegd met ambtenaren en de wethouder die recreatie en toerisme in zijn portefeuille heeft. Hij vertelde dat de recreatiebedrijven niet tijdig zijn geïnformeerd over verhoging van de toeristenbelasting. “We hebben in het platform aangegeven op de hoogte te willen worden gehouden omtrent deze belasting. Dit is al de zoveelste keer dat dit niet gebeurd is, maar dat wij er bij toeval achter komen dat een voorstel tot verhoging in het belastingplan is opgenomen”, aldus Hagedoorn. “Dan kun je niet anders concluderen dan dat de gemeente het overlegorgaan en de toeristische branche in Ommen niet serieus neemt. Een aantal vooraanstaande leden beraadt zich dan ook op het lidmaatschap van deze praatgroep.” Doordat de verhoging niet bekend was is in de prijslijst voor 2020 en bij de reserveringen die al voor het nieuwe jaar zijn gemaakt het oude tarief van een euro nog gehanteerd. “We gaan die verhoging met 10 cent per nacht niet na factureren, dat oogt onprofessioneel en geeft ook veel administratieve rompslomp.”

Nodig

Hagedoorn vraagt zich ook af waar de verhoging voor nodig is. “De afgelopen tijd heeft de gemeente drie miljoen euro aan haar reserves toegevoegd. En plannen om te investeren in de toeristische sector zijn er bij mijn weten niet.” Zo’n vier jaar geleden was de noodzaak er wel, toen verkeerde de gemeente financieel in zwaarder weer, en droeg de toeristische sector ook een steentje bij aan het herstel. In 2015 werd de toeristenbelasting van 80 cent met 25 procent verhoogd naar de huidige één euro per persoon per overnachting. “Deze verhoging lijkt ons dus helemaal niet nodig. Laten we de toeristen koesteren”, aldus Hagedoorn.

Hagedoorn had tijdens zijn inspraak dan ook een duidelijk standpunt. “Ik verzoek dan ook met klem het tarief van toeristenbelasting te laten zoals het nu is, en op dit punt niet in te stemmen met het belastingplan”, vertelde de eigenaar van camping De Beerze Bulten. “Verdere stijging van de lastendruk remt op termijn de investering en innovatie in de toeristische sector, en geeft een negatief effect op de ontwikkeling van onze bedrijven.” Ook brancheorganisatie RECRON, Vechtdal Marketing en de Koninklijke Horeca Nederland afdeling Ommen hebben via brieven verzet aangetekend tegen de voorgenomen verhoging van de toeristenbelasting, en hierover een vragen gesteld aan het college.

Afronden

Wethouder Ko Scheele van financiën legde in zijn reactie uit dat met de recreatieondernemers is afgesproken dat de gemeente de inflatie op de toeristenbelasting doorberekend. Daarbij was de consensus om dat niet elk jaar te doen met een enkele of meer losse centen, maar om de inflatiecorrectie enkele jaren ‘op te sparen’, en het tarief daarna met zo’n vijf cent per keer te verhogen. Vorig jaar werd op verzoek van de recreatiebedrijven de inflatiecorrectie een jaar uitgesteld, en is er volgens de wethouder toen afgesproken deze vanaf 2020 door te voeren, en dan voor vier jaar ‘vast te klikken’. Volgens wethouder Scheele is er in februari en december vorig jaar ook via brieven aan de recreatiebedrijven gemeld dat de inflatiecorrectie eraan zat te komen. “Over de hoogte van de tariefaanpassing kon nog niet worden gecommuniceerd omdat de raad hierover gaat”, valt te lezen in het belastingplan.

Volgens Hagedoorn is ter tijdens de overleggen gevraagd of er nog ontwikkelingen waren, maar kwamen er geen signalen van de beoogde stijging. “Wij hebben geen informatie gekregen dat het tarief van 1 euro naar 1,10 euro gaat”, aldus Hagedoorn. Het huidige tarief van een euro verrekend met de inflatiecijfers sinds 2015 levert in 2020 een bedrag van 1,08 euro op. Dat wordt afgerond naar 1,10 euro voor de jaren 2020 tot en met 2024. De wethouder beaamt wel dat gemeentelijke schatkist inderdaad momenteel beter gevuld is. “Maar we moeten het nog wel rustig aan doen”, voegde hij toe.

Eén tarief

Scheele gaf tijdens de vergadering aan dat hij met de recreatieondernemers in gesprek wil over verschillende tarieven voor hotels en campings; maar dat deze differentiatie nog niet van kracht zal zijn bij de invoering van 2020. Nu betaalt een toerist voor elke overnachting in de gemeente, waarvan er zo’n 700.000 per jaar zijn, ongeacht of dit bij een boerencamping of bij een van de sterren hotels is één tarief. Hagedoorn gaf in een reactie op een vraag van een commissielid over zijn standpunt aan dat hij vindt dat er wel degelijk een heel verschil is tussen kamperen en overnachten in hotelkamer.

De wethouder wil ook opnieuw in gesprek met de buurgemeenten gaan over een gezamenlijk tarief voor het hele Vechtdal. In het verleden werd er ook al geprobeerd om een ‘Vechtdaltarief’ in te voeren, maar dit is toen niet gelukt. In het belastingplan wordt geschreven dat dit “vooralsnog geen reële optie” is. Op dit moment heft Ommen in de regio met een hele euro al het hoogste tarief; in Hardenberg is dat 97 cent, in Dalfsen 85 cent per overnachting. Het gemiddelde tarief in Overijssel staat op 82 cent. Hagedoorn benadrukte dat als er wordt gekozen voor het tarief van 1,10 euro Ommen 34 procent boven het gemiddelde zit.

Op 26 september komt het collegevoorstel in de gemeenteraad. Op voorhand stuitte de afschaffing van de hondenbelasting met ingang van 1 januari 2020 niet op problemen bij de commissie. Deze afschaffing betekent voor de gemeentekas een jaarlijkse inkomsten gemis van 45.000 euro.