Ommen vlagt massaal om 75 jaar bevrijding te vieren

Ommen – Ommen is vanmorgen wakker geluid met het luiden van de klokken van de Ommer kerken. Vanaf zes uur klonken de klokken een kwartier. Daarmee werd herinnerd dat het vandaag 75 jaar geleden is dat de geallieerde legertroepen in de vroege ochtend van woensdag 11 april Ommen na vijf jaar van onderdrukking bevrijdde van de Duitse bezetters. De Stichting Ommen 75 Jaar Vrijheid had voor vandaag een omvangrijk programma in elkaar gezet, met onder andere een vroege tocht met historische legervoertuigen. Maar alle onderdelen moesten worden geschrapt vanwege de coronacrisis. Het Streekmuseum en het Fietsmuseum, dat voor vandaag de opening had gepland van hun themaexpositie ‘Ommen 75 jaar Vrijheid’, moeten de deuren voorlopig ook nog dicht houden.

Klokken

Het luiden van de kerkklokken in Ommen is een rituaal dat om de vijf jaar wordt gedaan. Overigens hebben de grote koperen klokken in de Hervormde Kerk niet zelf de bevrijding van Ommen in 1945 in kunnen luiden. Ze werden namelijk op 16 en 17 april 1943 uit het klokkenhuis weggehaald om in Duitsland te worden gesmolten voor de wapenindustrie. Zover is het echter niet gekomen, want in november 1945 kwam het bericht dat de klokken uit Ommen terug waren gevonden in Hamburg. Op 12 maart 1946 werden de klokken weer teruggeplaatst in Ommen. Dat gold helaas niet voor de klok uit de Gereformeerde Kerk en de kerkklokken uit Beerzerveld en Vilsteren, deze zijn nooit weer teruggevonden en zijn later vervangen voor nieuwe exemplaren.

Bij woningen aan de Jacob Marisstraat hing de driekleur bij vrijwel alle woningen.

Viering

Om vandaag toch te vieren dat Ommen 75 jaar vrij is riep de stichting op om massaal te gaan vlaggen. En de Nederlandse driekleur wappert dan ook in grote getallen bij woningen, ondernemers en andere gebouwen. “Ik vind het mooi om te zien dat er vandaag zoveel vlaggen hangen in Ommen. Maar niet alleen in Ommen zelf, ook in de andere plaatsen in onze gemeente wordt of is op gepaste wijze aandacht besteedt aan de bevrijding 75 jaar geleden. Deze saamhorigheid doet mij goed. En juist deze saamhorigheid zorgt ervoor dat we samen door deze periode heen komen, daar ben ik van overtuigt”, aldus Vroomen. Chocola dat werd gemaakt om uit te delen bij de tocht met historische voertuigen is uitgedeeld in Ommen. Dit gebeurde bij alle verzorgingscentra en woningen waar ouderen gehuisvest zijn.

Burgemeester Hans Vroomen en Harry Woertink van de Stichting Ommen 75 Jaar Vrijheid hebben vanmorgen een krans gelegd bij de plaquette bij het gemeentehuis die herinnert aan de bevrijding

Burgemeester Hans Vroomen en Harry Woertink van de Stichting Ommen 75 Jaar Vrijheid hebben vanmorgen een krans gelegd bij de plaquette bij het gemeentehuis die herinnert aan de bevrijding. Deze koperen plaquette herinnert aan de bevrijding van Ommen door het voornamelijk Canadese leger, en werd op 5 mei 2001 aangeboden door het comité ‘Welcome again Veterans’. “Vanmorgen hebben we in alle stilte en rust een krans gelegd. Door de huidige omstandigheden hebben we dit anders en kleiner moeten doen dan vooraf gepland. Ik had bedacht om vandaag te zeggen: We zijn vrij! Maar ik realiseer me dat die vrijheid vandaag beperkt is. Door de maatregelen die getroffen zijn om het coronavirus in te dammen kunnen veel dingen niet. Met de kranslegging willen we toch op gepaste manier onze eer betuigen aan diegene die zo hard gevochten hebben voor de bevrijding van onze gemeente”, aldus de burgervader.

Bij de Konijnenbelt werden vlaggen bevestigd aan de wieken van één van de assen.

11 april

Op woensdag 11 april 1945 werd de stad Ommen zelf bevrijd. Andere delen van de gemeente werden al eerder bevrijd, sommige buurtschappen of dorpen waren zelfs al vanaf 5 of 6 april vrij. Bij de bevrijding van Ommen waren geen grote en bloedige veldslagen, maar slachtoffers vielen er wel. Aan beide kanten leken de troepen oorlogsmoe te zijn geworden. De doorgewinterde Duitse strijders geloofden lang niet allemaal meer in de ‘eindoverwinning’, en dachten vooral aan de tijd na de oorlog, en hoe graag ze daarbij wilden zijn. Dat soort gedachtegang werd door de Duitse legerleiding echter niet getolereerd, en menigeen is daarvoor zonder pardon geëxecuteerd.

Het resultaat was dat de bezetter wel verzet bood tegen de oprukkende geallieerden, maar dat er niet tot de laatste man werd gevochten in loopgraven. Men probeerde vooral zijn eigen hachje te redden, en maakte het de anderen zo moeilijk mogelijk door systematisch bruggen te vernietigen. De geallieerde troepenmacht, in het geval van Ommen de Canadezen en Polen, hadden ook al jaren van strijd achter de rug en wilden niet in de laatste maanden van de oorlog nog sneuvelen. De genomen risico’s waren niet meer onbezonnen.

De geallieerden hadden het beleid dat eigendommen van burgers zo veel mogelijk gespaard moesten worden. Dat betekende onder meer dat bij een mogelijke dreiging er geen onbeperkt bommen- of granatentapijt werd gebruikt om de vijand te vernietigen. Maar het was oorlog en werd dus wel degelijk gericht geschoten. Het viel dus ook niet te voorkomen dat daarbij onschuldigen slachtoffer werden. In Ommen zijn zodoende ook een aantal burgers omgekomen.

Een pantservoertuig rijdt over de Vechtbrug.

Zuiden

De bevrijding van Ommen kwam voornamelijk vanuit het zuiden. In de stad Ommen was een verscheidenheid aan bezetters achtergebleven. Het waren onder andere parachutisten -die ervaring en materiaal misten-, marinetroepen en luchtmachtpersoneel. De geallieerden die de gemeente Ommen bevrijdde behoorde voornamelijk tot de Tweede Canadese Infanterie Divisie. Eén regiment was voor de gemeente met name van belang. Namelijk ‘The Black Watch (Royal Highland Regiment) of Canada’ die op 11 april daadwerkelijk Ommen bevrijdde. Dit deden ze samen met het 10e Canadese tankregiment ‘Fort Garry Horse’. Daarnaast brachten uiteraard ook eenheden van het de ‘XII Manitoba Dragoons’ hun offer voor de bevrijding van Ommen.

Groningen

Het einddoel van de Tweede Canadese Infanterie Divisie was Groningen. De geallieerden verwachtte met de inneming van deze stad en de haven van Delfzijl de terugtocht van het Duitse Leger vanuit West-Nederland naar Duitsland onmogelijk te maken. Na het overwinnen van enkele waterbarrières lukte het de Canadezen om de tocht naar het noorden goed in gang te zetten. De snelheid van de opmars was zo hoog, dat soms nauwelijks alle troepen het bij konden houden. De ondersteunende troepen konden namelijk niet zo snel optrekken als de verkenners.

De geallieerden maakten gebruik van verschillende soorten verkenningseenheden, die zich over het algemeen beperkten tot hun verkenningstaak. Dat betekende na gaan waar zich eventueel Duitsers bevonden, en welke routes begaanbaar waren. In het noorden van Nederland werden van 7 op 8 april 1945 ongeveer 7.000 Franse en Belgische parachutisten van de ‘Special Air Service’ gedropped. Zij hadden de taak de opmars van de geallieerden te vergemakkelijken, door te voorkomen dat bepaalde belangrijke bruggen door de Duitsers konden worden opgeblazen.

Feest nadat Canadese soldaten op 6 april 1945 Eerde tussen Ommen en Den Ham bevrijden.

Manitoba Dragoons

Kort voor het middaguur van vrijdag 6 april 1945 rolden de eerste Canadese troepen de gemeentegrens van Ommen over. Dat gebeurde op de Hammerweg nabij de Groene Jager bij Den Ham. Verkenningswagens van het ‘Manitoba Regiment’ reden vanaf Den Ham in de richting van Ommen. De bossen bij Eerde werden verkend. De gevechtsrapporten geven daar verschillende vuurcontacten met de Duitsers weer. In de omgeving van de Groene Jager wordt een Staghound door de Duitsers geraakt met een Panzerfaust. De inzittenden blijven ongedeerd, maar het voertuig raakt onbruikbaar.

Het rapport meldt dat om ongeveer 15:55 een zware ontploffing wordt gehoord. De brug bij Nieuwebrug blijkt opgeblazen. De verkenners krijgen de opdracht door te rijden in de noordelijke richting, naar de Vechtbrug en Ommen. Hoe het een en ander daar precies is verlopen is niet duidelijk. De gevechtsrapporten verwijzen naar een vuurgevecht in de omgeving van de Beerzerweg (nabij de huidige Schammelte) in Zeesse om ongeveer 16:04. Om 16:57, 17:00 en 17:04 uur is er weer radiocontact met het hoofdkwartier. Het resultaat van de verkenningen wordt gerapporteerd. Om 18:30 en 18:45 uur worden er twee zware explosies gehoord. Kennelijk was dit het opblazen van de brug over de Regge bij Laarbrug.

De getroffen Staghound voor het pand van banketbakker Hengelaar. Foto: Oud Ommen.

Stationsweg

Om 19:11 wordt gerapporteerd dat één van de verkenningswagens is vernietigd door een Panzerfaust. Dit gebeurde op de Stationsweg, ter hoogte van destijds bakker Hengelaar was gevestigd en nu Cents Tankservice zit. Schutter Trooper D. D. Montgomery, bestuurder Trooper John E. Harkins en de boordschutter en tevens tweede bestuurder Trooper H.B. Loker werden door Duitse militairen krijgsgevangen gemaakt. De 24-jarige George Thomas Wilson en de 22-jarige Gerald Wilfred Soanes overleefden de treffer van het antitankwapen niet. De krijgsgevangen en de dodelijke slachtoffers waren leden van het D Squadron van het 18th Armoured Car Regiment, XII Manitoba Dragoons, van het Royal Canadian Armoured Corps. Een plaquette aan de muur van het pand aan de Stationsweg houdt dit moment in herinnering.

Bij het herinnerings-plaquette aan de Stationsweg hingen vandaag een Canadese en Nederlandse vlag.

Na het uitschakelen van de verkenningswagen is Hotel Paping in brand geraakt. Wie of wat het hotel in brand heeft doen raken is niet zeker. Naar verluidt heeft de Duitse schutter tussen de panden van Hotel Paping en Bakkerij Hengelaar gestaan. Of dit een reden was voor de Canadezen om die gebouwen onder vuur te nemen is niet zeker. De andere verkenningswagens trokken zich na de aanval terug naar de omgeving van Den Ham.

Black Watch

De hoofdmacht van de Canadezen die richting Ommen zouden gaan bevond zich op deze dag nog in de omgeving van Laren. Luitenant-kolonel S.W. Thomson werd daar op deze dag tot commandant van de ‘Black Watch’ benoemd. Volgens de rapporten van de Black Watch werd er op 7 april 1945 weinig activiteit ontplooid. Het was een bewolkte dag met buien. Aan het einde van de dag werd de opmars van het bataljonshoofdkwartier naar de omgeving van Holten bekend gemaakt. Zondag 8 april 1945 begon ’s morgens nevelig en koud. Aan het einde van de dag trokken de Canadezen Holten binnen.

Het verzet van de Duitsers is hardnekkig. Dat heeft tot gevolg dat de Canadezen er flink op losbranden met onder andere mortieren en tankgeschut. Op maandag 9 april is het helder en warm weer. De troepen hergroeperen zich en maken zich gereed voor de verdere opmars. Om 20:00 uur vertrekt men in de richting van Rijssen, dat de volgende ochtend bevrijd wordt. Op dinsdag 10 april trekt het regiment verder in noordelijke richting. De troepen reden deels mee op de tanks van ‘Fort Garry Horse’. Maar bij de brug over het Overijssels Kanaal in Hancate stagneert de opmars.

De Duitsers hebben de brug daar opgeblazen, en er moet eerst een noodbrug gelegd worden. Met behulp van planken kunnen de manschappen het water al wel oversteken. Terwijl dat gebeurt verschijnt het ondergrondse met een veer, die ze voor de vijand hadden verborgen. Hiermee konden de lichte voertuigen van het bataljon het water over gebracht worden. De compagnieën die gegeten hadden trokken te voet verder in de richting van Ommen. en bevrijden Lemele. De genie begon de brug te repareren en meldde dat binnen zes uur tanks het kanaal konden oversteken.

Nieuwebrug

Rond 18:00 uur komt de infanterie aan bij de opgeblazen brug over de Regge bij Nieuwebrug. Rond dat tijdstip was de brug in Hancate klaar en konden de tanks van ‘Fort Garry Horse’ zich ook weer aansluiten bij de oprukkende troepen. Bij de Nieuwebrug zat men ook niet stil, want de Canadezen trokken langs de oever van de Regge naar Archem. Daar was een voetbrug om onbekende redenen niet door de Duitsers vernield. Deze was voldoende sterk om de voertuigen van het bataljon te kunnen dragen, en om ongeveer 19.45 uur waren alle Canadezen van de A-compagnie, onder aanvoering van kapitein T. J. Larkin, de brug gepasseerd. Daarna maakte het verkenningsregiment contact met de eenheden van de Poolse 1e Pantser Divisie.

Een noodbrug over de Regge bij Nieuwebrug. Foto: Oud Ommen.

De C-compagnie trok verder op naar Ommen en liep vast op Duitse verdedigers bij de spoorwegovergang bij het verbrande Hotel Paping, inclusief sluipschutters langs de spoorbaan. De troepen riepen direct ondersteuningsvuur van mortieren en twee batterijen veldartillerie. Die stonden voor een deel bij de Nieuwebrug opgesteld, en naar verluidt eveneens ergens tussen Ommen en Lemele; naar verwachting op de Archemerberg. Het vuur was nauwkeurig, en belandde op en nabij de vestigingen van de vijand.

Brigade-generaal W.J. Megill, commandant van de 5e Infanterie Brigade, besliste dat het bataljon tot de volgende morgen halt moest houden. Er werden patrouilles uitgestuurd om de vijandelijke sterkte vast te stellen. Een luide explosie werd gehoord, wat werd geïnterpreteerd als het opblazen van de brug over de Vecht. ’s Avonds beschoot de vijand de geallieerde stellingen met mortieren, maar de schade bleef beperkt tot een kapotte telefoonlijn.

Een zwaar beschadigde woning aan de Bouwstraat, met links een wapperende vlag.

Bevrijding

Bij de opgang van de zon op de vroege maar warme ochtend van woensdag 11 april 1945 ging een patrouille van C-compagnie naar voren om de brug te inspecteren. Deze troepen kwamen tot de conclusie dat het een kleine moeite was om infanterie over de brug te krijgen, omdat er slechts een gat van ruim een meter in het brugdek zat. De patrouille ging verder de stad in en kwam twee Duitsers op fietsen tegen. Ze schoten op hen. De patrouille ging vervolgens terug en rapporteerde hun bevindingen. De commandant, overste Thomson, liet de C-compagnie verder trekken.

Een zwaar genievoertuig rijdt over de Vechtbrug. Foto: Oud Ommen.

Een bulldozer en tanks gaan mee. De eerste om omgevallen bomen te kunnen ruimen. De tanks om zo nodig vuursteun te kunnen geven. De C-compagnie had alleen een sterke patrouille nodig in de stad. Als eerste werd de stad veilig en vrij van de vijand verklaard. De andere compagnieën trokken meteen ook de brug over en sloegen linksaf om de linkerflank van de opmars naar het noorden te dekken, en namen posities in bij Varsen. De manschappen in Ommen namen posities in en streken daar neer voor de rest van de dag om alles schoon te maken en te rusten.

De Vechtbrug in Ommen na de bevrijding.

De dag erop werd een aanval uitgevoerd op het dorp Oudleusen, naar dat er melding kwam van vijandelijke activiteit. De A-Compagnie, onder aanvoering van Kapitein M.M. Brandley, klaarde deze klus met behulp van een stuk zelfrijdend geschut en 3 inch mortieren. Oudleusen werd snel gezuiverd en de compagnie keerde terug met achttien krijgsgevangenen. De geallieerden leden daarbij enkele verliezen. In de namiddag van die 12 april kwam iemand van de inlichtingendienst van het ondergrondse vanuit Zwolle door de linies naar de troepen toe. Zijn informatie was zo belangrijk, dat hij meteen naar het hoofdkwartier van de brigade werd gebracht.