Minderjarige jongens jarenlang misbruikt op Quackerschool in Ommen

Ommen – Meerdere minderjarige jongens op de Quackerschool in Ommen zijn in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw misbruikt. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd rapport van onderzoek onder leiding van oud-rechter Frans Bauduin. Hij deed onderzoek naar de beschuldigen over misbruik binnen het Amsterdamse herengenootschap Castrum Peregrini. De leerkrachten die zich schuldig maakten aan het seksueel misbruik waren lid van het genootschap. Daar predikte dichter Wolfgang Frommel (1902-1986) een erotische opvoeding. Hij misbruikte 12- tot 16-jarigen, die in sommige gevallen werden bedwelmd. De Quackerschool in Ommen, waar ook kinderen zijn misbruikt, is nu de International Business School Eerde.

De beschuldigingen van het misbruik binnen het culturele gezelschap kwamen pas in 2017 naar buiten, toen neerlandicus Frank Ligtvoet in een artikel in Vrij Nederland sprak over zijn deelname aan Castrum Peregrini. Onder meer de inwijdingsrituelen, waarbij seks verplicht was, noemde hij achteraf misbruik. De biografie De eeuw van Gisèle over Gisèle d’Ailly-van Waterschoot van der Gracht, de geldschieter van Castrum Peregrini, uit 2018 onderschreef die stelling. Het leidde tot een onafhankelijk onderzoek door oud-rechter Frans Bauduin, Sonja Leferink en Martin Diemer.

Leden van Castrum Peregrini in de jaren ‘40. Rechts in het midden oprichter Wolfgang Frommel. Foto: Archief Castrum Peregrini Amsterdam

1939

Vanaf 1939 ontwikkelde zich rondom de Duitse dichter Wolfgang Frommel een kring die veelal jongeren en jongvolwassenen, zowel jongens als meisjes, aantrok. Alleen de jongens mochten deelnemen aan de bijna sacrale hoofdbijeenkomsten van deze kring, waarin jonge mannen met bloemenkransen op het hoofd rondliepen. Volgelingen van Frommel rekruteerden minderjarige jongens onder meer op de voormalige Quakerschool in Ommen. Muziekleraar Billy Hilsley speelde daar een rol in. Volgens de commissie heeft Hilsley samen met Frommel minderjarigen bedwelmd met alcohol en slaapmiddelen.

Overwicht

De commissie-Bauduin onderzoht de activiteiten van Frommel en zijn intimi in de periode van 1942 tot Frommels overlijden in 1986. In die periode waren er tien aannemelijke gevallen van machtsmisbruik en seksueel misbruik in Nederland. “De kring is ver over de schreef gegaan”, concludeert de commissie. Volgens de commissie maakte Frommel misbruik van zijn morele overwicht op minderjarigen. Ook anderen binnen zijn kring maakten zich volgens de commissie daaraan schuldig.

Frommel predikte de ‘pedagogische eros’, waarbij een leraar zijn leerlingen initieerde in de cultuur, maar ook in seksualiteit. Volgens het onderzoek had Frommel de voorkeur voor jongens van 14 à 15 jaar, maar het is ook bekend dat hij vrouwen lastigviel. Frommel gaf mensen ongewenste tongzoenen, stapte naakt in bed bij slapende slachtoffers, en gebruikte psychologische manipulatie om mensen tot seks te dwingen. Ook naaste vrienden maakten zich hieraan schuldig, waaronder leraren; zij verlieten de school in 1959.

Gisèle d’Ailly

Volgens de commissie moet Gisèle d’Ailly-van Waterschoot van der Gracht ook van het misbruik hebben geweten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bood zij onderdak aan Wolfgang Frommel en twee Joodse onderduikers. De commissie stelt dat zij in de onderduikperiode weet moet hebben gehad van wat binnen de kring van Wolfgang Frommel gebeurde.

“Maar in die periode kon zij aan het verblijf in haar woning van de onderduikers en van Wolfgang Frommel geen einde maken zonder hen en zichzelf in ernstig gevaar te brengen. Na de bevrijding heeft zij geen einde gemaakt aan de aanwezigheid van Wolfgang Frommel in haar huis aan de Herengracht in Amsterdam”, schrijft de commissie. “Veel van wat nu bekend is geworden over seksueel misbruik werd toen voor haar en anderen verborgen gehouden. Een zekere morele verantwoordelijkheid kan haar niet helemaal worden ontzegd.”

Volgens de onderzoekscommissie is Gisèle echter niet de beschermvrouwe geweest die het misbruik binnen de kring van Frommel heeft gefinancierd. Zij verbleef, meldt de commissie, in de jaren ’50 ‘60 en ‘70 vaak in het buitenland en werd door de overwegend mannengemeenschap rondom Frommel letterlijk geweerd. “De commissie komt dan ook tot de conclusie dat veel van wat nu bekend is over seksueel misbruik destijds voor haar en anderen verborgen werd gehouden”.  Gisèle “verdient een eervol herstel”, aldus de commissie in haar aanbevelingen.

Erkennen

De onderzoekscommissie beveelt Castrum Peregrini aan om het misbruik te erkennen. Dat geldt ook voor de “bestuurlijk verantwoordelijken voor de scholen in Ommen en Werkhoven waar Wolfgang Frommel veel van zijn kringgenoten rekruteerde en waar hij navolgers had die zich – zo is aannemelijk – hebben schuldig gemaakt aan seksueel misbruik”, aldus de commissie. Bestuurder Frans Damman van Castrum Peregrini reageerde: “Het is afschuwelijk dat Frommel en de zijnen onder het mom van cultuurvorming jonge mannen en vrouwen betrokken bij hun activiteiten waarbij vervolgens sprake bleek van seksueel en machtsmisbruik. Wij nemen scherp afstand van dit verleden.”

De stichting neemt alle tien aanbevelingen van de commissie over. Zo wordt de naam die Frommel aan de stichting gaf ingeruild voor Huis van Gisèle, naar de vrouw die hem lang onderhield. De kamer van Frommel, die na zijn dood in 1986 grotendeels onaangeroerd bleef, wordt verbouwd. “Wie aan het duistere verleden van seksueel misbruik een einde wil maken, wil niets meer te maken hebben met tastbare herinneringen daaraan”, luidt het advies van de commissie. Ook zal bijvoorbeeld het beladen woord ‘vriendschap’ niet meer worden gebruikt. Tevens zal de Frommel bibliotheek worden afgestoten, en wordt de nog levende misbruikten hulpverlening aangeboden. Voordat het misbruik aan het licht kwam had de stichting al afstand van Frommels’ ideologie genomen.

Strafbaar

Sommige van de gemelde gebeurtenissen zijn in principe strafbaar, maar omdat Frommel in 1986 is overleden zal het rapport geen juridische consequenties hebben. Daarnaast zijn veel van de feiten inmiddels verjaard. Wel kunnen de slachtoffers nog in aanmerking komen voor een genoegdoening van Slachtofferhulp Nederland. Frommel werd benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau, en ontving zowel het Duitse Bundesverdienstkreuz als een hoge onderscheiding van het Israëlische herdenkingscentrum Yad Vashem.