Milieucommissie: Geen nadelige gevolgen bij uitbreiding varkenshouderij Knolsdijk Beerzerveld

Beerzerveld – De beoogde ‘uitbreiding’ van de varkensboerderij aan de Knolsdijk in Beerzerveld -door Handelshuis Schuttert- leidt niet tot belangrijke nadelige gevolgen voor de omgeving. Dat concludeert de Commissie voor de milieueffectrapportage. Voor dat erf aan de Knolsdijk is sinds 1982 een vergunning voor ongeveer 1.300 varkens bij de bestaande vleesvarkenshouderij. Vanwege de deelname aan het Actieplan Ammoniak uit 2009 was het maximumaantal de afgelopen jaren al teruggebracht naar ruim duizend varkens. Sinds 1 januari dit jaar staan de stallen leeg. Dit omdat er zonder de vereiste uitstoot verminderende maatregelen geen dieren in mogen worden gehouden.

14.000

Schuttert is van plan om de bestaande stallen te slopen, en te vervangen door nieuwe stallen. De locatie wil hij dan om zetten voor de opfok van een kleine 14.000 gespeende biggen. Bij het bedrijf worden de biggen dan aangevoerd en opgefokt, om vervolgens naar varkenshouderijen getransporteerd te worden. In beginsel komt die aanvoer van een gepland zeugenbedrijf van Schuttert aan de Beerzerhooiweg. Die aan- en afvoer zou dan wekelijks plaats vinden. Dit betekent dat bijvoorbeeld het aantal transportbewegingen en de geurbelasting geen grote pieken kennen, een belangrijk uitgangspunt voor het bepalen van de mogelijke milieugevolgen. De geplande nieuwe inrichting aan de Knolsdijk biedt ook ruimte aan 60 stuks rundvee. Er is berekend dat de beoogde nieuwe situatie tot een aanzienlijke afname van de stikstofdepositie zou leiden, ten opzichte van de huidige situatie.

Felle protesten

Het plan voor Schuttert leidde tot felle protesten. Een petitie tegen de komst van de stallen werd duizenden keren ondertekend, en bezorgde burgers lieten zich veelvuldig horen bij de behandelingen door de Ommer gemeenteraad en raadscommissie. Tijdens een inloopbijeenkomst waarbij Schuttert zijn plannen uitlichtte kwam een grote groep mensen hun onvrede uiten. De ‘Protestgroep Megastallen Beerzerveld’ en andere uitgesproken tegenstanders zijn om een reactie gevraagd, maar hebben die tot op heden nog niet gegeven.

Archiefbeeld van de bewuste stallen in de zomer van 2019.

Omgevingsvergunning

Om de plannen van Schuttert te kunnen realiseren is een omgevingsvergunning nodig. Voordat de gemeente kan besluiten over het al dan niet verlenen daarvan moet worden beoordeeld of een milieueffectrapport nodig is. Dat gebeurt met een zogeheten ‘m.e.r.-beoordeling’. Daarin wordt onderzocht of het plan tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan leiden. Mocht dit het geval zijn, dan is een milieueffectrapport (MER) nodig. De uitkomsten van die beoordeling zijn vastgelegd in een zogenoemde aanmeldnotitie.

De gemeente Ommen heeft de bij wet ingestelde Commissie voor de milieueffectrapportage gevraagd om te toetsen of de conclusie in die notitie, dat het project niet tot belangrijke negatieve gevolgen kan leiden, terecht is. De commissie bevestigd dat die conclusie juist is. Naast de omgevingsvergunning is ook een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming nodig, hierover beslist de provincie Overijssel. De commissie wijst er wel op dat die aanvraag een actuele berekening van de stikstofeffecten zal moeten bevatten, dat is in de notitie nu niet het geval.

Normen

De commissie concludeert dat de toename in het aantal dieren zou kunnen leiden tot meer geur, fijnstof en ammoniak. Om dit te voorkomen worden de stallen voorzien van installaties die de uitstoot van deze stoffen beperken, zoals luchtwassers. “De notitie laat zien dat met deze maatregelen de geur niet toeneemt en dat de fijnstof binnen de wettelijke normen blijft. De uitstoot van ammoniak neemt af, en daarmee ook de stikstofdepositie op beschermde natuur”, oordeelt de commissie. Volgens de notitie treedt bij een aantal woningen ook verbetering op ten opzichte van de huidige situatie.

De notitie gaat uitgebreid in op onderwerpen waarbij nadelige gevolgen voor het milieu te verwachten zouden kunnen zijn. Andere onderwerpen zijn met minder detail uitgewerkt. “Dit is niet omdat daarbij geen effecten zijn, maar omdat aannemelijk is dat deze beperkt zijn”, aldus de commissie. Zo is er bijvoorbeeld wel opgenomen dat het aantal transporten om voer, mest en biggen aan- en af te voeren toe neemt, tot circa vijf transportbewegingen per dag; deels naar de Beerzerhooiweg. Maar wordt er alleen ingegaan op de betekenis daarvan voor de fijnstof uitstoot. De commissie schrijft dat er nog wel moet worden ingegaan op de verdere gevolgen van de toename, op bijvoorbeeld hinder voor omwonenden in termen van geluid en trillingen.

Voor een aantal onderwerpen bevat de aanmeldnotitie nog geen inhoudelijke uitwerking of onderbouwing, zoals voor landschap, natuur en archeologie. Op deze onderwerpen worden geen belangrijke nadelige milieueffecten verwacht, zo staat in de aanmeldnotitie. De commissie wijst erop dat verdere uitwerking wel nodig is voordat een vergunning voor het project verleend kan worden.