Ommen – Sinds in de gemeentelijke bekendmakingen van 7 juli werd aangekondigd dat het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning had verleend voor ‘Het kappen van een boom schuin tegenover de molen op het perceel Den Oordt 6-7’ is het een veelbesproken onderwerp. Op social media zijn sindsdien tientallen berichten geplaatst, met daarop vele reacties. Allen in verbazing over de voorgenomen kap van de eik. Er wordt verontwaardigd gereageerd, en opgeroepen om bezwaar te maken bij de gemeente.
Men vindt het zonde dat de bekende, beeldbepalende en verder gezonde eik ‘zomaar’ wordt gekapt. Het merendeel lijkt daarmee puur te reageren op de vergunning om te kappen, of de berichten van anderen, zonder de achtergrond te weten. De aanleiding voor het kappen van de boom komt namelijk enerzijds voort uit een al langer gekoesterde wens van de Stichting Ommer Molens, en anderzijds uit de voorgenomen ontwikkeling van het nabijgelegen wooncomplex Burggraven.
Eik
De bewuste eik werd -voor zover te herleiden- ergens in de jaren zestig geplant. Tussen het hart van de boom en die van de molen zit zo’n 25 meter in afstand. De boom staat daarmee overduidelijk in de molenbiotoop. Dat is een beschermingszone, die ervoor moet zorgen dat molens een vrije windvang hebben. De eik is een kleine 15 meter hoog, en staat wat de molen betreft in de prominente windrichting. “Het draaien van de molen wordt enorm gehinderd door de enorme boom pal voor de molen. Bij zuidwestenwind is de windvang bijna nihil”, verklaard Johan Otten, voorzitter van de Stichting Ommer Molens.
Dat zuidwesten is juist de meest voorkomende richting op de windroos. Zo blijkt uit een langjarig gemiddelde, dat het KNMI voor de periode 1991 – 2020 opstelde voor het dichtstbijzijnde hoofdstation; op het vliegveld Twente. Ook in het jaarrapport dat het meteorologisch instituut voor 2020 opstelde van het weerstation De Bilt is dit de conclusie. Het planten van een boom zoals dat destijds gebeurde, zou vandaag de dag dan ook uit den boze zijn. En bovendien in strijd zijn met het bestemmingsplan. “Bomen worden ouder en hoger. De bewuste boom dateert echter nog wel uit de tijd dat Ommen geen bepaling in het bestemmingsplan had opgenomen over de molenbiotoop”, zegt Otten.
Molenbiotoop
Het in Hardenberg gevestigde Ter Steege Bouw Vastgoed heeft plannen om in het gebied tussen de Vechtkade, Brugstraat, Burggraven en de Prinses Julianastraat een gebouwencomplex met vijftien appartementen, zeven stadswoningen en een commerciële ruimte te ontwikkelen. Daarvoor moeten het voormalige HEMA-pand, en het leegstaande pand dat als het laatst dienst deed voor horecagelegenheid Dinges plaats maken. Dat plangebied ligt binnen de molenbiotoop van molen Den Oord, die zo’n honderd meter ten oosten staat. (Hoe verder van de molen af, hoe hoger de toegestane hoogte van een bouwwerk of boom.)
Bij bouwplannen die binnen de molenbiotoop vallen moet de Stichting Ommer Molens door de gemeente worden betrokken. Zo is ook vastgelegd in het gemeentelijk bestemmingsplan; en gebeurt voor het bouwplan van Ter Steege. De nieuwbouw zou de windvang van de molen volgens de molenstichting mogelijk kunnen hinderen. Het advies dat de molenstichting geeft is zodoende om de eik die voor de molen staat te kappen. Daardoor moet in de toekomst voldoende wind bij de molen blijven komen. “In overleg met de Stichting Ommer Molens is een plan voor herplant opgesteld, waarin de kap ruimschoots gecompenseerd wordt”, licht gemeentewoordvoerster Anneke Stoeten toe. Otten: “Het kappen van deze boom met een herplantplicht buiten de beschermingszone is al jarenlang een gekoesterde wens van de molenaars.”
Onnodig
Ook als mensen de reden weten blijft men de kap van de boom onnodig vinden. “De gemeente Ommen, eerst vernagelen ze het centrum, dan verknallen ze het aanzicht van Ommen. Als we niet oppassen laten ze de Vecht nog leeg lopen om er een snelweg naar Zwolle van te maken”, schrijft Piet Velzel in een bericht op Facebook. Dat het kappen is voorgenomen om zo te zorgen dat er genoeg wind bij de bijna twee eeuw oude molen blijft komen, maakt zijn mening niet anders. “Ik vind, dat als die molen daar zou staan en werken in een commerciële functie, dat je zo’n kap zou kunnen overwegen”, reageert Velzel desgevraagd. “Maar die molen staat daar nu alleen maar mooi te zijn, en heeft alleen een historische functie. Dan vind ik dat die boom voorrang heeft ten opzichte van de molen. (…) wederom wordt het aanzicht van Ommen flink beschadigd.”
De molenstichting hoopt van harte de historische zaagfunctie van de molen weer te kunnen herstellen in de toekomst, maar ook dat doet Velzel zijn mening niet zwaaien: “Dat zal vermaak zijn, en geen commercieel doel. Omdat die molen geen echte functie meer heeft vind ik het onzinnig dat een mooie boom het loodje moet gaan leggen.” Eenzelfde standpunt wordt ingenomen door Marjon Wessel. Ze woonde van haar vijfde tot achttiende levensjaar in de woning die onder de boom staat. Zo’n dertig jaar geleden vertrok ze er, maar tot die tijd sliep ze in een bedstee aan de kant van de boom, en keek ze uit op de eikenboom. “Wij zijn er komen wonen toen ik heel jong was. Als kind speel je natuurlijk veel buiten. In de herfst maakten we poppetjes van de eikels”, zegt de nu 50-jarige Wessel. “Ik heb daar gewoon altijd heel prettig gespeeld en geleefd.”
Ze had dus altijd een sterke verbinding met de boom. Maar ook met de molen. Onderdeel van het huren van de woning door haar ouders, was dat elke openingsdag de sleutel van het naastgelegen museum aan de vrijwilligers werd overhandigd. ‘s Middags moest er dan thee worden geschonken voor die vrijwilligers. Het huisje waar ze in woonden maakte deel uit van het beschermd stadsgezicht, en daar zaten volgens Wessel allerlei haken en ogen aan. Dingen aan het huis of iets dergelijks veranderen was volgens haar vaak heel moeilijk. “Het verbaast mij daarom dat ze zo makkelijk een kapvergunning afgeven”, aldus Wessel. Ze heeft er weinig vertrouwen in dat de molen ooit weer echt zal gaan zagen. “De gemeente heeft al zo vreselijk veel vernield. Ga de fraaie aanzichten Ommen niet vernagelen. Ik zou zeggen: lekker laten staan die eikenboom.”
Communicatie
Sinds een jaar of vier wordt de historische woning waar Wessel opgroeide bewoond door Bert Voordes. Hij reageert vooral verbaasd op het voornemen om de boom te kappen, en was ook niet op de hoogte van de reden. Voor en na de bekendmaking van de vergunning om de boom te kappen, die nog geen tien meter voor zijn woning staat, werd er geen contact met hem opgenomen; niet door de gemeente, de molenstichting of Ter Steege. “Ik vind het een mooie boom, op een mooie plek. Ik heb er ook schaduw van. Ik ben de laatste die iets gaat tegenhouden als er echt een belang is”, reageert Voordes. Hij had dan ook graag gezien dat er íets met hem zou worden gecommuniceerd. “Molens horen natuurlijk bij het straatbeeld van Ommen. En als ze er regelmatig last van hebben dat die boom daar staat, zullen denk ik weinig mensen daar bezwaar tegen hebben.”
Draaien
Maar het is met name dat ‘regelmatig’ waar Voordes moeite mee heeft: “Ik zie hem bijna nooit draaien, en als die dan draait is het hooguit een uurtje. Moet die boom daar dan voor wijken?” Ook Velzel en Wessel begrijpen dat de molen bij het draaien gehinderd kan worden door de boom, maar zeggen tevens op te merken dat er maar zelden wordt gedraaid. “Het is niet zoals Molen de Lelie van Anton Wolters. Die moet er zijn brood uit halen, en die wordt echt commercieel gebruikt. Dit is een museum, en er wordt voor de leuk af en toe eens gedraaid”, meent Wessel.
De molenstichting bevestigd inderdaad dat de drie vrijwillige molenaars van de molen Den Oord op het moment zeer beperkt draaien. “Corona is de oorzaak dat momenteel enkel op woensdagmiddag gedraaid wordt”, licht stichting secretaris Harry Woertink toe. Daarnaast was er vorig jaar en zal er dit jaar geen Nationale, Overijsselse of Ommer Molendag zijn. Evenals geen Open Monumentendag, en ook geen rondleidingen; ook vanwege de sluiting van het streekmuseum. De stichting verzekerd dat de molen weer meer zal gaan draaien als de corona pandemie voorgoed voorbij is; en het vernieuwde museum is geopend.
Zaagmolen
Of het restaureren tot zaagmolen echt realiteit gaat worden is nog de vraag. Het college van B&W heeft in november 2019 aan de gemeenteraad toegezegd het herstellen tot daadwerkelijk zagen te onderzoeken. Afhankelijk van een en ander was de medewerking van zowel Het Oversticht als de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed nodig, aangezien de molen een Rijksmonument is. Van beide partijen heeft de molenstichting inmiddels positief bericht ontvangen. De stichting heeft onderwijl een conceptplan opgesteld voor de restauratie tot werkende zaagmolen.
Op 7 juni 2021 heeft het de gemeente -de eigenaar van de molen- gevraagd om toestemming te verlenen tot het doen van een nader onderzoek naar het zaag vaardig maken. “Om tot verdere uitwerking te kunnen overgaan is dus eerst een principe uitspraak nodig van de kant van de gemeente Ommen. Die uitspraak is er nog niet”, verklaard Otten. “Als het aan de stichting ligt krijgt Den Oord de oorspronkelijke functie van zaagmolen terug.”
Meerdere aspecten
De gemeente geeft aan de reacties van haar inwoners over het kappen van de eik wel te snappen. “Echter spelen, zoals vaker, meerdere aspecten een rol in de openbare ruimte. In dit specifieke geval, de wens van de Stichting Ommer Molens om voldoende windvang voor de toekomst én de ontwikkeling van de HEMA-locatie. Wij zijn voornemens de kap ruimschoots te compenseren door nieuwe aanplant”, licht gemeentewoordvoerster Marije Herder toe. Volgens stichting voorzitter Otten is het ook een kwestie van geven en nemen. “Zo ook bij de plannen voor de oude HEMA-locatie. Het is jammer dat mensen negatief reageren zonder te weten waar het om gaat. De Stichting Ommer Molens is niet tegen bomen, maar plant ze dan wel buiten de beschermingszone van de molen”, zegt Otten.
Daarom steunt de stichting de herplant plicht ook van harte. “De molen is van 1824. Het gaat om behoud van ons cultuurhistorisch erfgoed. Molens zijn het visitekaartje van Ommen.” Woertink vult aan: “Van ons wordt verwacht bewaker te zijn van de molenbiotoop. En ook bewaker te zijn voor het behoud van ons cultuurhistorisch erfgoed, zijnde ook een Rijksmonument. Zouden we dat niet doen, dan zijn we geen knip voor de neus waard.”
Ingetrokken
De termijn waarin bezwaar kon worden gemaakt tegen de vergunning zou vandaag aflopen. Maar de gemeente heeft de vergunning zoals die begin vorige maand werd verleend inmiddels ingetrokken. Niet omdat het zich heeft bedacht, maar omdat er per abuis het verkeerde compensatievoorstel in was opgenomen. “De genoemde locatie is niet conform de eerder gemaakte afspraken met de Stichting (Ommer Molens, red.). Dat is voor ons de reden om de huidige vergunning in te trekken”, verklaard Stoeten. Het intrekken van de vergunning werd in de gemeentelijke bekendmakingen van vorige week medegedeeld.
Een nieuwe vergunning is nog niet aangevraagd. Het is ook nog onduidelijk wanneer een nieuwe publicatie plaats gaat vinden, maar dat zal in ieder geval na de vakantieperiode zijn. In die nieuwe vergunning zullen dan vanzelfsprekend de juiste compensatie voorschriften worden opgenomen. Mensen die al een zienswijze of bezwaar hadden ingediend worden door de gemeente geïnformeerd. “Men wordt op de hoogte gebracht van intrekking en ook van het feit dat na de vakantie een nieuwe publicatie volgt”, aldus Herder.
Als er na de nieuwe publicatie definitief een vergunning wordt verleend, betekent dat niet dat de boom direct wordt gekapt. Het bestemmingsplan voor de ontwikkelingsplannen van Ter Steege is namelijk nog in de voorbereiding. “In het najaar komt het ontwerpbestemmingsplan ter inzage”, deelt Herder. “We zullen pas tot kap overgaan zodra er met redelijkheid gesteld kan worden dat de plannen ook formeel doorgang kunnen vinden.” De bewuste vergunning is enkel en alleen voor de boom tegenover molen Den Oord. Het is denkbaar dat er voor de ontwikkelingen van Ter Steege ook nog het een en ander gekapt moet worden op het bewuste perceel, maar daar is nu nog geen vergunning voor aangevraagd.