Ommerschans – De Ommerschans maakt als voormalige kolonie van de Maatschappij van Weldadigheid geen kans op erkenning tot werelderfgoed. Om als onderdeel van een werelderfgoed erkend te kunnen worden moet het voorgedragen gebied zelfstandig en overtuigend aan de eisen voor gaafheid voldoen. Voor een kolonie van weldadigheid betekent dit dat het oorspronkelijke Kolonielandschap en haar functioneren als landbouwkolonie zichtbaar is en later toegevoegde bebouwing dit verhaal versterkt. De huidige situatie bij de Ommerschans is niet van dien aard dat het een erkenning rechtvaardigt, luidt het advies. Hetzelfde geldt voor de Kolonie in Willemsoord in de gemeente Steenwijk en Merksplas in België. De overige voorgedragen koloniën komen wel in aanmerking om erkend te worden als werelderfgoed. Dat zijn Frederiksoord, Wilhelminaoord/Vierdeparten en Veenhuizen.
Het advies om drie van de zeven Koloniën buiten de nominatie te laten is teleurstellend voor allen, maar in het bijzonder voor de partijen die al vanaf het begin bij het nominatieproces zijn betrokken en voor hun Kolonie een negatief advies hebben gekregen. Dat zijn de gemeenten Steenwijkerland (Willemsoord), Ommen en Hardenberg (Ommerschans) en Merksplas (Merksplas-kolonie). De Stuurgroep heeft uitvoerig over het adviesrapport gesproken en geconcludeerd dat het volgen ervan voor de Koloniën van Weldadigheid de meest kansrijke weg is om de UNESCO-werelderfgoedstatus te bereiken.
De Stuurgroep heeft de ministers voor cultuur/onroerend erfgoed in Nederland en Vlaanderen geadviseerd om het Rapport van ICOMOS te volgen voor het aanpassen van het nominatiedossier. Daarnaast vraagt de Stuurgroep de beide ministers uitdrukkelijk om steun te blijven verlenen aan de bestaande samenwerking van de zeven Koloniën van Weldadigheid in het uitdragen van de immateriële waarden. Verwacht wordt dat -bij het volgen van dit advies- de verantwoordelijke ministers in Nederland en Vlaanderen, in december van dit jaar hun definitieve goedkeuring geven aan het aangepaste nominatiedossier. Dit kan dan in januari 2020 door hen worden ingediend. Een besluit van het Werelderfgoedcomité wordt verwacht in de zomer van 2020.
In 2018 besloot minister Van Engelshoven, als eindverantwoordelijke voor de indiening namens Nederland en België, om het nominatiedossier van de Koloniën van Weldadigheid in 2020 opnieuw voor te leggen aan het Werelderfgoedcomité van UNESCO. Met een zogeheten ‘referral-besluit’ van het Werelderfgoedcomité over de nominatie van de Koloniën van Weldadigheid was Nederland, dat mede namens België het dossier indiende, uitgenodigd om het dossier binnen drie jaar aan te passen en opnieuw in te dienen.
De minister nam het advies van de Stuurgroep Koloniën van Weldadigheid over om in te gaan op het aanbod van ICOMOS om eerst in 2019 een dialoog en adviesmissie te organiseren. ICOMOS-internationaal is het adviesorgaan van het Werelderfgoedcomité dat beslist over werelderfgoed. De Stuurgroep Koloniën van Weldadigheid heeft in augustus het adviesrapport ontvangen van ICOMOS over de Koloniën van Weldadigheid. In dit advies erkent het adviesorgaan de werelderfgoedwaardigheid van de Koloniën van Weldadigheid vanwege de wereldwijd unieke vorm van landschapsinrichting voor armoedebestrijding met werk in de landbouw en vanwege de invloed die de Koloniën hebben gehad op inrichtingszorg in Europa. Dit heeft een positieve uitwerking voor de Koloniën van Weldadigheid als geheel.
Alle Koloniën van Weldadigheid blijven samenwerken aan het uitdragen van het gezamenlijke verhaal van armoedebestrijding door werk in de landbouw en sociale verheffing. Samenwerking gebeurt met de vele actieve partners in de gebieden. Er zijn vier bezoekerscentra die het verhaal brengen. Museum De Proefkolonie in Frederiksoord, het verwachte bezoekerscentrum in Ommerschans, Bezoekerscentrum 5 – 7 in Merksplas en het Nationaal Gevangenismuseum in Veenhuizen vertellen het verhaal van de zeven Koloniën van Weldadigheid. Samen hebben zij zich aangemeld voor het Europees Erfgoedlabel, hierover zal begin 2020 meer bekend zijn. Een eventuele erkenning door de Europese Commissie zal de zeven Koloniën uiteraard nog meer met elkaar verbinden.
Dit is een bijdrage van Harry Woertink.