Hoge Raad: Gemeente mag onderscheid maken bij forensenbelasting

Ommen – De Hoge Raad heeft de gemeente Ommen alsnog in het gelijk gesteld in de cassatiezaak rond de forensenbelasting. Die belasting wordt opgelegd aan mensen die niet permanent in de gemeente wonen, maar meer dan negentig dagen per jaar gebruik maken van een woning in Ommen. De gemeente maakt in zijn verordening onderscheid tussen woningen die wel en niet op een recreatiepark gelegen zijn. De tariefstelling ligt voor de laatste categorie hoger, omdat de gemeente ervan uitgaat dat woningen die wel op een recreatiepark staan doorgaans een lagere waarde hebben.

Iemand die in 2015 zo’n woning buiten een recreatiepark gebruikte spande een zaak in tegen de gemeente, omdat het gelijkheidsbeginsel uit de Grondwet hiermee werd geschonden. Hoewel de rechtbank de gemeente in eerste instantie in het gelijk stelde, oordeelde het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en de Advocaat-Generaal daarna dat de gemeente met haar beleid het gelijkheidsbeginsel wel schendt. “Dat was wel een stevige zeperd voor de gemeente, want het ging terug tot 2015. Dat zou betekenen dat we een stevig bedrag moesten inboeten”, aldus financiën wethouder Ko Scheele.

Maar de Hoge Raad heeft begin deze maand uitspraak gedaan. Ze vernietigt de uitspraak van het Hof, en bevestigd de aanvankelijke uitspraak van de rechtbank. Kortom; de gemeente heeft volgens de Hoge Raad het gelijkheidsbeginsel niet geschonden. Deze uitspraak kwam volgens Scheele niet als verrassing. “Dit beleid is op basis van een landelijk wel meer toegepast model. Dat noemen ze het Haaksbergen model, omdat het daar als eerste werd toegepast”, licht Scheele toe.

De uitspraak is een flinke meevaller voor de gemeente, niet alleen juridisch maar vooral ook financieel. De uitspraak betekent dat de uit 2015 daterende verordening op de forensenbelasting in stand blijft, en de aanslagen niet aangepast hoeven te worden. Als dat wel het geval was had het de gemeente met terugwerkende kracht tot 2015 een bedrag van 694.590 euro gekost. “Daar zijn we dus wel blij mee”, zegt Scheele. “De forensenbelasting is en blijft voor de gemeente een belangrijke inkomstenbron.”

Vorig jaar is parallel aan de cassatiezaak een aangepaste verordening forensenbelasting 2021 vastgesteld, waarmee bij een eventueel verlies van de cassatiezaak de structurele risico’s voor de gemeente beperkt zouden worden. Het gemeentebestuur gaat nog met de sector in gesprek over de verordening. “We hebben met de recreatiesector afgesproken dat we in het najaar eens even alles rustig op een rij gaan zetten”, deelt de wethouder. “Over de verdeling en de opzet gaan we graag met de recreatiesector in gesprek.”