Ommen – Bewoners van woonwijk de Laarakkers hebben in het verleden al vaker hun ongenoegen uitgesproken over de onderhoudsstaat van hun wijk. De wijk werd in de jaren zestig van de vorige eeuw gebouwd, en begint inmiddels zijn leeftijd te tonen. In 2018 werd bij de behandeling van de begroting voor het daaropvolgende jaar door de raad aangegeven dat er in dat begrotingsjaar rekening moest worden gehouden met het onderhoud van deze wijk. Aanvankelijk was dit niet in die begroting opgenomen, maar met een unaniem aangenomen amendement werd dit alsnog toegevoegd.
Met het amendement vroeg de gemeenteraad aan het college om een plan van aanpak op te stellen voor het onderhoud. Het college zegde toen toe om onderzoek te gaan doen naar de staat van onderhoud van de wegen in de wijk, en daarop te komen met een plan van aanpak. Daarbij werd toegezegd dat, als alles volgens plan zou gaan, er in 2020 gestart kon worden met de werkzaamheden. Doordat de onderzoeken langer duurde dan werd verwacht stelt het college nu voor om met de ingang van de begroting 2021 te starten.
Wijkscan
Om goed inzicht te krijgen in de actuele onderhoudsstaat van de wijk werd er in opdracht van het college een globale wijkscan gedaan. Hieruit bleek dat de wijk een uitstraling heeft die past bij de leeftijd, maar dat er wel sprake is van een onderhoudsvraag. Diverse wegen scoren lager dan het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau. Uit een inspectie van het riool bleek dat de kwaliteit van dit stelsel over het algemeen voldoende is. Op een klein aantal lokale plaatsen, zoals bij de aansluitingen naar woningen, is mogelijk wel vervanging nodig. Maar grote problemen zijn er niet. De resultaten van reeds uitgevoerde stresstesten zijn nog niet verwerkt, maar volgens wethouder Bongers is er geen indicatie dat zich hier grote problemen zullen voor doen. Het rioolstelsel rondom de wijk heeft wel wat knelpunten met betrekking tot de capaciteit, wat deels weerslag zou kunnen hebben op het rioolstelsel in de Laarakkers.
Scenario’s
Voor de aanpak van de wijk heeft het college een drietal mogelijke scenario’s opgesteld, elk met verschillende ambitieniveaus en bijhorende kosten. In het meest goedkope scenario zouden er alleen reparatiewerkzaamheden aan de wegverharding worden gedaan zodat deze weer voldoet aan het minimaal kwaliteitsniveau. Daarbij gaat het feitelijk om ‘pleisters plakken’, alleen waar nodig zouden er dan nieuwe lappen asfalt worden gelegd. Onderhoud aan het hoofdriool vindt daarbij van binnenuit plaats. De technische levensduur van de riolering en de weg worden daarmee verlengd. De totale kosten voor dit scenario zijn door het college geraamd op circa 1,3 miljoen euro.
Het duurst mogelijke scenario is een compleet andere aanpak. Daarin zou er eerst worden onderzocht welke opgaven er voor de komende 20 jaar op de wijk afkomen. Zoals bijvoorbeeld de leefbaarheid, levensloopbestendigheid, verkeersveiligheid en klimaat robuuste inrichting. Daarna zou er samen met de buurtbewoners en andere belanghebbenden een plan worden uitgewerkt voor een grootschalige herinrichting. De totale kosten voor dit scenario worden geschat op circa 5 miljoen euro. De bandbreedte van deze bijna vier keer hogere kosten is onzeker, omdat de onderhoudsopgaven niet vooraf duidelijk zijn.
Renovatie
Het middelste scenario is een uitgebreidere versie van de goedkoopste variant. Daarbij wordt de focus ook gelegd op levensduur verlengende maatregelen aan de wegverharding. Maar hierbij worden alle trottoirs opnieuw gestraat, en komt er overal een nieuwe laag asfalt. Het onderhoud aan het hoofdriool vindt hierbij ook van binnenuit plaats, en waar nodig vinden vervangingen plaats. De circa 5 à 6 kilometer aan wegoppervlak die wordt aangepakt zal dan niet worden opengebroken, behalve als dat nodig is voor werkzaamheden aan het riool.
“Met dit scenario wordt er een flinke impuls gegeven aan de uitstraling van de wijk”, schrijft het college in haar voorstel. De totale kosten voor dit scenario worden geschat op circa 2,3 miljoen euro. Dit scenario richt zich volgens het college het meest op de vraag van de raad om de uitstraling van de wijk aan te pakken. Het college heeft de voorkeur voor dit scenario, en had deze dan ook voorgesteld aan de raad. De raad stemde hier afgelopen donderdag unaniem mee in. De LPO vroeg nog wel om extra aandacht voor bij hun gemelde problemen met de verkeersveiligheid.
Toekomst
Met de aanpak van de wijk Laarakkers komt volgens het college ook de vraag of er andere wijken in Ommen zijn waar dezelfde opgaven spelen. Volgens het college is dit denkbaar voor in ieder geval De Strangen en de Zeeheldenbuurt. De raad vindt dit meer een zekerheid dan een vraagstuk. De kosten die gepaard gaan met zulke omvangrijke onderhoudsopgaven zijn volgens het college zo groot, dat onderhoud in een van de andere wijken op zijn vroegst na de afronding van de Laarakkers kan plaatsvinden. Wethouder Bongers gaf bij de raadsvergadering aan dat er voor de Kadernota 2021 een overzicht zal zijn met welke wijken er in aanmerking komen voor dergelijk onderhoud, met een eerste ruime indicatie van de kosten.
Warmtetransitie
Voor het einde van 2021 zal door de gemeente een visie warmtetransitie opgesteld moeten zijn. Daarin wordt dan aangegeven op welke manier, waar en wanneer wordt verduurzaamd in Ommen. Bijvoorbeeld hoe er wordt gezorgd dat alle woningen voor 2050 aardgas vrij zijn, en wat daarvoor in de plaats komt. Veel raadsfracties zijn recent bij een informatieavond geweest over de warmtetransitie. Daarbij werd flink gebrainstormd voor de Vechtdal gemeenten. Verschillende tastbare voorstellen werden gepresenteerd. Eén daarvan was het werken met stadswarmte in Ommen, waarbij de input zou komen van de waterzuivering bij de Dante.
De gemeenteraad wil dat bij alle projecten in de gemeente de energietransitie, waarvan de warmtetransitie deel uitmaakt, zoveel mogelijk wordt betrokken. Dit om zoveel als mogelijk ‘werk met werk’ te maken, en te voorkomen dat straten onnodig moeten worden opengebroken als er leidingen moeten worden gelegd. De raad vraagt zich dan ook af of na de grote investering in de Laarakkers, over een paar jaar machines niet de straat moeten openbreken omdat er dan nieuwe leidingen moeten worden gelegd. Volgens wethouder Bongers zal hier geen sprake van zijn.
De mogelijkheden omtrent stadswarmte zijn bekend bij het college, maar daar zit volgens de wethouder nog wel een flinke doorlooptijd op. “Op zijn vroegst weten we in 2021 of dit een optie is, en daarna is er nog zeker 5 à 10 jaar nodig voor de planvorming”, aldus de wethouder, die dit optimistische schattingen noemt. Het is daarbij ook nog de vraag of de omvangrijke buizen onder de weg moeten, of dat het onder het trottoir kan; wat mogelijk ook een optie is. Ondanks dat er op het moment dus veel onderzoek wordt gedaan naar oplossingen, zijn er volgens de wethouder nog geen ontwikkelingen die concreet genoeg zijn. “Mocht er gaandeweg in het traject blijken dat er nieuwe inzichten ontstaan, dan zullen we zeker kijken of we het werk daar op aan kunnen passen”, aldus Bongers.
Financiën
De kosten voor het onderhoud aan de wegen en het riool is door de gemeente begroot op circa 2,3 miljoen euro. Deze kosten kunnen worden onderverdeeld in 1.620.000 euro voor de levensduur verlengde maatregelen voor de wegen, en 680.000 euro voor het onderhoud en waar nodig vervangen van de riolering. Het beschikbare onderhoudsbudget voor de wegen is na een bezuiniging in 2014 jaarlijks 280.000 euro. Dit budget is niet voldoende, en de aangenomen aanpak vraagt juist om extra inzet van middelen. Daarnaast is in het meerjarenprogramma voor wegenonderhoud al vastgesteld welke wegen worden aangepakt met dit budget; daarin is geen ruimte voor de Laarakkers. Om het onderhoud aan de wegen te kunnen financieren zal de 1.620.000 euro die daarvoor nodig is geactiveerd worden. Het college stelt voor om met de ingang van de begroting 2021 te starten met de uitvoering in de wijk. Met een rente van 1 procent en een afschrijving van 30 jaar leidt dit vanaf 2022 tot een structurele kapitaallast van 70.200 euro.
De 680.000 euro welke nodig is voor het onderhoud en waar nodig vervangen van de riolering wordt onder die twee opgaven onderverdeeld. De kosten voor het vervangen worden geraamd op 360.000 euro. Dit wordt eenmalig ten laste gebracht aan de ‘voorziening toekomstige vervanging’. De overige 320.000 euro voor het onderhoud wordt met 80.000 euro per jaar, over de jaren 2021-2024, ten laste gebracht op de middelen in het ‘Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan’ voor regulier onderhoud. Mocht als gevolg van de stresstesten blijken dat een grotere ingreep aan het riool toch nodig is zal het college de raad hier over informeren, en eventueel met een voorstel komen.
Participatie
Er wordt nu gestart met het maken van een plan van aanpak. Deze zal na voltooiing naar de raad gaan, en ook de bewoners zullen worden geïnformeerd over de gang van zaken. Voordat er daadwerkelijk wordt gestart met de werkzaamheden wil de gemeente afstemming met de inwoners en, de belangrijkste belanghebbenden. Het college schrijft deze voorbereidingen te willen starten en af te ronden in 2020.