Ommen – De huisvesting van arbeidsmigranten op bungalowpark ’t Reggehuus in het zuiden van Ommen moet voordat 2024 begint definitief verleden tijd zijn. Zo heeft het dagelijks bestuur van de gemeente besloten, en inmiddels aangegeven bij de nieuwe eigenaren. De bungalows op het ooit welvarende park worden al lang niet meer gebruikt door recreanten. In 2006 zagen omwonenden de eerste arbeidsmigranten hun intrek nemen. Sindsdien wordt het park in zijn geheel verhuurd voor de huisvesting van arbeidsmigranten, tot groot ongenoegen van de omwonenden.
Verschillende uitzendbedrijven brachten hun werknemers de afgelopen jaren onder op het park. Op het moment wordt dit gedaan door Otto Workforce, dat met zo’n 15.000 werknemers het grootste uitzendbureau is voor arbeidsmigranten in Nederland. De werknemers die in Ommen wonen werken bij de distributiecentra van supermarktketens Jumbo en Albert Heijn, respectievelijk in Raalte en Zwolle.
Wolfskuil
Het ongeveer vier hectare grote park ligt midden in de woonwijk Wolfskuil. Het adres van het park is Hammerweg 40a, maar de hoofdentree en tevens enige ingang voor auto’s ligt aan de weg de Wolfskuil, vlak bij de kruising met de Jonkheer Repelaerlaan. Ter voet kan het park ook worden betreden via het doodlopende uiteinde van het Reggehof. Het lijkt erop dat niet alle bewoners van het park blij zijn met de beperkte toegangen; in het gaashekwerk aan de Hammerweg zijn op meerdere plekken gaten gecreëerd. Aan die weg is ook een oprit naar de parkeerplaats, maar de poort daar is met een ketting afgesloten en inmiddels overgroeid.
Volgens omwonenden van het park gebeurt er binnen de hekken van alles dat de buitenwereld niet mag weten. Ze schetsen een beeld van voortdurende overlast, en zeggen zich geregeld niet veilig te voelen op hun eigen erf. De overlast zou zich onder meer uiten in geluidsoverlast op alle momenten van de dag. Maar ook buiten het park plaatsvinden, onder meer in de vorm van afval dat overal wordt achtergelaten; zoals lege bierblikjes en drankflessen, maar ook zakjes waar ooit drugs in zaten en andere drugsparafernalia.
Verder zouden de bewoners van het park geregeld ongenodigd in de tuinen van omwonenden komen, waarbij ook dingen worden ontvreemd. En hard en roekeloos rijden in de krappe woonwijk, waarbij het tijdstip geen invloed heeft op de volumeknop. Omwonenden zeggen extra hekken om tuinen te hebben gezet, en verrekijkers te hebben aangeschaft om de politie van kentekens te kunnen voorzien.
Drugs
De omwonenden zeggen dat er veelvuldig verboden drugs worden gebruikt en verhandeld; zowel op het park zelf, als buiten de poorten tot op paden achterin de Wolfskuil. Het veelal onzekere bestaan en de zware woon- en werkomstandigheden zou volgens de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij veel arbeidsmigranten tot psychische klachten en depressies leiden, en een mogelijke achtergrond kunnen zijn voor de greep naar verdovende of opwekkende middelen.
In documenten van de gemeente is te lezen dat de politie in het verleden heeft waargenomen dat aanwezige bewoners gebruik maakten van (soft)drugs, maar concrete cijfers hierover zijn niet beschikbaar. Vorig jaar deed de politie een gerichte actie op het park, omdat er een vermoeden bestond dat er op een bepaalde plek drugs werden verstopt. Die werden toen inderdaad aangetroffen, maar het onderzoek leidde niet naar verdachten.
Eén van de argumenten die de omwonenden benoemen om de schrijnende situatie te benadrukken is een ‘drugsdode’ op het park in 2017. Ondanks dat dat gerucht rondgaat leert navraag bij de politie dat er in dat jaar wel een overlijden is geweest op het park, maar dat daarbij geen sprake was van drugs.
Er zijn wel enkele incidenten bekend waarbij bewoners een einde aan hun eigen leven maakten, of daar een poging tot deden. De politie kreeg daarover in de afgelopen vijf jaar twee meldingen. Maar zonder exacte cijfers van het verloop van bewoners, is er geen vergelijking te maken met de situatie buiten het park.
Inschrijven
De registratie in het kader van de Wet BRP zou volgens de omwonenden een lachertje zijn op het park. Volgens die wet moet iedereen die langer dan vier maanden in Nederland verblijft -of dat van plan is- zich inschrijven bij de verblijfsgemeente in de Basisregistratie Personen (BRP). Pas dan geldt iemand officieel als inwoner van Nederland. Voor wie korter in Nederland verblijft, is er de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI).
Arbeidsmigranten die in het land aankomen horen zich te registreren bij die laatstgenoemde, en krijgen dan een Burgerservicenummer. Zo’n nummer is nodig om in Nederland te kunnen werken, en onder meer om loon te kunnen ontvangen. Mensen uit andere landen kunnen zo kortdurend in Nederland werken, zonder zich hier te hoeven vestigen, is het idee. Maar voor mensen die hier langer dan die vier maanden verblijven is louter die registratie niet voldoende.
Afhankelijk
Het niet ingeschreven staan kan het leven van de arbeidsmigranten behoorlijk lastig maken. Ze zijn vaak volledig afhankelijk van het werk, en kunnen hier meestal geen eigen toekomst opbouwen. Zonder inschrijving kan er niet worden aangetoond inwoner te zijn van Nederland, en dus niet worden geprofiteerd van de rechten die dat meebrengt.
Dingen als zorgverzekering zijn doorgaans gekoppeld aan het uitzendbureau. En wie om wat voor reden dan ook de baan verliest, verliest dergelijke voorzieningen en kan maar zo op straat komen te staan. Zonder inschrijving is er geen recht op bijstand, kan er niet worden ingeschreven als woningzoekende, of naar een huisarts worden gegaan.
Niet-ingeschreven arbeidsmigranten ondervinden ook praktische problemen, zo kan er geen voertuig op kenteken worden gezet. Door op buitenlands kenteken te blijven rondrijden wordt daarentegen wel het betalen van BPM of motorrijtuigenbelasting in Nederland vermeden.
Volgens de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn niet ingeschreven arbeidsmigranten kwetsbaarder voor uitbuiting en mensenhandel. Maar onderzoek daarnaar is volgens de inspectie praktisch ondoenlijk, omdat ze arbeidsmigranten vaak simpelweg niet kunnen vinden.
Fractie
De gemeente Ommen is geen zogenaamde ‘RNI-gemeente’, en arbeiders die zich alleen daar hoeven in te schrijven zijn dus niet ingeschreven bij de gemeente. In de RNI worden geen verblijfsadressen bijgehouden, en is dus niet te achterhalen hoeveel van hen in Ommen verblijven. Van de bewoners die langer dan vier maanden in Nederland verblijven lijkt slechts een fractie zich te hebben ingeschreven bij de gemeente Ommen.
Afgelopen 2 februari stonden er volgens de lokale overheid dertien personen ingeschreven op het adres van het park. Uit antwoorden op vragen van de VOV bleek dit aantal in juli vorig jaar nog ruim veertig te zijn. Toch verbleven er toen, net zoals nu, veel meer mensen op het park. Bij het beantwoorden van de vragen van de VOV afgelopen zomer gaf het dagelijks bestuur aan dat er ongeveer 200 personen werden gehuisvest.
Maar waarom schrijven bewoners die dat moeten zich dan niet in? Allereerst en vooral omdat ze het gewoonweg niet weten. De bewoners worden niet of slecht geïnformeerd over de inschrijfplicht, spreken de taal niet, en leven geïsoleerd van de rest van de samenleving. Zij die het wel weten en niet doen, kennen de eerdergenoemde belangen van inschrijven doorgaans niet.
Bovendien verblijven de arbeidsmigranten vaak op plekken waar het eigenlijk niet is toegestaan om permanent te wonen, zoals ook op bungalowpark ’t Reggehuus. Er gaan verhalen van gemeenten die überhaupt niet willen weten hoeveel arbeidsmigranten ergens wonen, om maar niet aan de bijkomende plichten vast te zitten. Maar een inschrijving tegenhouden of weigeren kan echter niet; dat is tegen de wet. Volgens de gemeente Ommen gebeurt dat dan ook zeker niet.
Informeren
De uitzendbureaus weten uiteraard dat personeel dat langer dan vier maanden in Nederland verblijft, zich in moet schrijven. Maar de mensen worden daar dus ogenschijnlijk niet of niet voldoende over geïnformeerd. De gemeente Ommen is bekend met het signaal dat mogelijk niet iedereen die dat moet op ‘t Reggehuus, zich ingeschreven heeft. Maar ziet geen reden om zelf de bewoners actief te informeren; bijvoorbeeld door meertalige flyers te verspreiden.
“We hebben het signaal doorgegeven aan zowel het uitzendbureau als de (nieuwe) eigenaren. Zij onderhouden het directe contact met de arbeidsmigranten”, reageert gemeentewoordvoerster Anneke Stoeten. Vorig jaar werd bij Vakantiepark Calluna, waar ook arbeidsmigranten verblijven, een grootschalige integrale controle gehouden. Daar bleken 86 bewoners te verblijven die zich terwijl dat wel moest niet hadden ingeschreven.
Het grote verschil in het aantal ingeschrevenen en het aantal bewoners betekend niet per definitie dat de wet niet wordt gevolgd op ‘t Reggehuus. Het is plausibel dat het overgrote deel van het personeel dat er verblijft, dit simpelweg (nog) geen vier maanden doet. Het gaan tenslotte om zogenoemde short stay arbeiders.
Uitzendbureau Otto Workforce heeft die cijfers, en zou daar uitsluitsel over kunnen geven. Zodoende is het bedrijf halverwege februari gevraagd om toelichting. Zij geven aan dat als ze ‘interesse hebben’ te zullen reageren, maar hebben dat ondanks meermaals navragen tot op heden nog niet gedaan.
Klachten
De huisvesting van de arbeidsmigranten zou toen het begon volgens de gemeente tijdelijk zijn, maar niks bleek uiteindelijk minder waar. De ermee gepaarde overlast zijn de omwonenden al jaren zat, en zij doen hierover dan ook al jarenlang hun beklag bij de gemeente. De gemeente erkent die klachten te ontvangen, maar heeft er geen concrete aantallen van beschikbaar.
Onder meer naar aanleiding van de klachten werd in 2018 een convenant ondertekend door de politie, de gemeente, de toenmalige eigenaar en toenmalig huurder. Daarin werd vastgesteld dat alle partijen er belang bij hebben om de overlast te voorkomen. Eveneens werd overeengekomen om de huisregels van toenmalig uitzendbedrijf Adecco te gaan handhaven, en een plan van aanpak uit te gaan voeren. In dat plan werd onder meer opgenomen om de leeftijdsopbouw van de poule werknemers, toen veelal rond de twintig, door verloop ouder te laten worden.
Volgens het plan van aanpak zou ook worden gestart met (onaangekondigde) drugscontroles, en een ‘zero tolerance’ beleid worden ingevoerd voor drugsbezit en -gebruik. Een definitie van wat die controles inhouden wordt niet genoemd; wettelijk mogen enkel de woningen worden gecontroleerd op de aanwezigheid van drugs. Zolang het de werkzaamheden niet beïnvloed, heeft een werkgever niets te zeggen over wat de werknemer in zijn vrije tijd doet of nuttigt. De gemeente kan hier ook geen toelichting op geven, en zegt dat een extern gecertifieerd bedrijf deze controles uit voert.
Op het voormalig receptie gebouw, dat nu als kantoortje wordt gebruikt, hangen twee A4’tjes waarop in de Poolse taal wordt aangegeven dat drugsgebruik of overlast veroorzaken tot onmiddellijke uitzetting leidt. Volgens een eigen evaluatie die twee maanden na invoering plaatsvond hoefde de politie in die periode niet in actie te komen, en werden bij de controles alleen gebruikershoeveelheden softdrugs aangetroffen.
Volgens de omwonenden werden er in de woningen nabij de beheerderswoning van hotel Wildthout inderdaad rustige stelletjes geplaatst, maar nam de overlast aan hun kant van het park praktisch niet af. Het convenant stelt volgens de omwonenden ook niks voor, en kent het amper tot geen sancties. Sinds Otto Workforce de verhuur zo’n twee jaar geleden overnam wordt er weer meer overlast ervaren door de omwonenden. Daarnaast zouden er weer aanzienlijk meer jonge en vrijgezelle arbeiders zijn.
Of dezelfde huisregels als bij het tekenen nog steeds worden gehanteerd, of dat er andere zijn van nieuwe huurder Otto Workforce wil dat bedrijf niet zeggen. De gemeente laat desgevraagd weten dat burgemeester Vroomen het convenant binnenkort opnieuw zal ondertekenen met de nieuwe partijen. “Zodat de regels onverminderd blijven gelden”, aldus woordvoerster Laura de Wilde.
Cijfers van de politie suggereren dat er wel een afname is geweest in overlast; of dat er in ieder geval minder meldingen zijn gedaan. Een woordvoerder deelt dat er in de afgelopen vijf jaar 61 meldingen bekend zijn bij de politie; een derde daarvan over geluidsoverlast. Maar in heel 2021 waren er ‘slechts’ vier meldingen; waarvan maar één onder het kopje overlast veroorzakend zou kunnen vallen. De omwonenden zeggen daarentegen weer dat de politie klachten bagatelliseert, en niet adequaat in actie komt bij meldingen.
Brandbrief
De omwonenden probeerden informeel en ‘samen aan de tafel’ de overlast te doen stoppen. Er werden de afgelopen jaren dan ook talloze gesprekken gevoerd tussen de betrokken partijen. Maar tevergeefs, want er kwam maar geen beweging in. Onder meer het alsmaar uitblijven van antwoorden op vragen deed de spreekwoordelijke emmer overlopen. De omwonenden voelden zich gedwongen dan maar een juridische procedure aan te gaan.
Vanuit een zelfbenoemde buurtcommissie werd in februari 2021 een brandbrief gestuurd naar het college van burgemeesters en wethouders. In dat schrijven werd de situatie nog eens aangekaart, en een duidelijke eis uitgesproken: Zo snel mogelijk een einde aan de ervaren overlast en onveiligheid. In maart van dat jaar vond een gesprek plaats met burgemeester Vroomen en wethouder Bongers. Maar de omwonenden voelden zich daarbij vooral aan het lijntje gehouden met loze beloften.
De maand daarop deelde de gemeente met de buurtcommissie dat de toenmalige eigenaar bezig was met de ontwikkeling van plannen voor woningbouw op het park. Zo’n traject heeft tijd nodig, en het college liet schriftelijk weten de huidige huisvesting van arbeidsmigranten een passende invulling te vinden tot het zover is; daarbij ook erkennende dat het geenszins aansluit bij de verzoeken van de omwonenden.
Gedogen
De feitelijk illegale huisvesting werd jarenlang door de vingers gezien door de gemeente. Het college gaf in hun brief aan begrip te hebben voor de zorgen van de omwonenden, maar ook een taak te hebben in het voorzien in de huisvesting van arbeidsmigranten die in de omgeving werken. In mei vorig jaar werd het voornemen geuit om het gebruik formeel doch tijdelijk te gaan gedogen.
Daarvoor wilde het een gedoogbesluit gaan voorleggen aan de gemeenteraad. Het college vond dat bij het bepalen van de termijn ook rekening moest worden gehouden met het feit dat het gebruik al een lange tijd bestaat, en dat er bij beëindiging alternatieve huisvesting moet worden gevonden. Na de belangen af te hebben gewogen kwam het college met een stip op de horizon. Ze wilden het gebruik gaan gedogen tot uiterlijk het einde van de huurovereenkomst van de eigenaar destijds; 1 januari 2024.
Daarmee zou recht worden gedaan aan alle belanghebbenden. “Het college kiest niet voor de eigenaar of voor de bewoners, maar kiest voor een daadwerkelijke afweging van alle betrokken belangen”, schreef het bestuur destijds. Ondertussen werd het afwegingskader Vitale Vakantieparken in juni vorig jaar door de raad besproken.
De omwonenden maakten daarbij gebruik van de inspraak gelegenheid, en vertelden over de situatie aangaande ‘t Reggehuus. Hoewel de situaties op specifieke parken toen niet op de agenda stonden, gaf de inspraak wel aanleiding voor de gemeenteraad om het college op te roepen strenger op te treden in de Wolfskuil.
Handhaving
Het uitblijven van bevredigend optreden door de gemeente, leidde er uiteindelijk toe dat de buurtcommissie op 8 juni vorig jaar formeel een verzoek tot handhaving deed. Dat zowel op de Openbare Orde en Veiligheid, als de recreatieve bestemming. Volgens de buurtbewoners is er niets recreatiefs aan de jarenlange huisvesting van arbeidsmigranten. Een permanente bewoning -ongeacht door wie en voor hoelang- is volgens het bestemmingsplan inderdaad niet toegestaan op het park.
De bewoners gaven in hun verzoek aan bereid te zijn constructief mee te werken. Voorgesteld werd een geleidelijke afbouw van de activiteiten op het park, met als einddatum 24 december 2021; ruim een half jaar na het indien moment van het verzoek. “Wij benadrukken nogmaals dat het ons níet om de personen of de doelgroep gaat. Het park is simpelweg niet geschikt voor deze intensieve bewoning”, onderlijnt de commissie in één van hun nieuwsbrieven.
Voor zo’n handhavingsverzoek geldt in de basis een reactietermijn van acht weken. Maar kort nadat het verzoek werd ingediend kwam er een potentiële nieuwe eigenaar in beeld. Die gaf bij de gemeente aan andere plannen te hebben met het park; plannen waarbinnen opnieuw geen ruimte is voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Er werd toen door de gemeente gedacht dat die plannen wellicht al voor de voorgestelde datum een oplossing konden zijn.
Om te kijken of deze oplossing haalbaar zou zijn, en ‘om deze ontwikkeling niet te frustreren en om te voorkomen dat stappen die wij nu zetten een belemmering gaan zijn hiervoor’ stelde de gemeente op 1 juli voor om de beslistermijn van het verzoek eenmalig met acht weken op te schorten. Daarmee zou het verzoek en de druk die daarmee kan worden gezet niet verdwijnen, maar wel ruimte worden geboden voor de mogelijke ontwikkelingen.
De buurtcommissie voelde zich met de rug tegen de muur gezet: De gemeente zou volgens hen ‘zogenaamd nog niet zijn toegekomen aan het inhoudelijk behandelen’, en er werd geen andere mogelijkheid gezien dan maar in te stemmen. De beslistermijn werd toen op 26 juli 2021 opgeschort tot en met 28 september 2021.
De plannen konden schijnbaar niet voldoende ontwikkeld worden in die tijd, want een oplossing of voorstel kwam er niet. Maar ook een besluit op het handhavingsverzoek bleef na die datum uit. Een maand na de uiterst gestelde datum, en vijf maanden sinds het verzoek in eerste instantie werd ingediend, stelde LPO-raadslid Robert Dalenoort tijdens de raadsvergadering van 28 oktober vorig jaar vragen.
Hij vond dat de omwonenden langzamerhand recht hadden om te weten wat er met hun verzoek gebeurt, en vroeg om verheldering van de burgemeester. De omwonenden hadden in tussentijd een klacht ingediend; in ambtelijk jargon een ingebrekestelling. “Het doel van een handhavingsverzoek is een einde te maken aan een strijdige situatie. Op het moment van indienen was er een mogelijke ontwikkeling die een sneller resultaat zou kunnen hebben dan het proces van handhaving”, reageerde burgemeester Vroomen destijds op Dalenoort.
Vroomen gaf toen aan dat het handhavingsverzoek voor advies was voorgelegd aan de omgevingsdienst, en zegde toe dat er binnen twee weken een antwoord zou komen. Dat zou dan, aldus de burgemeester, binnen de termijn van de ingebrekestelling zijn. Een kleine week nadat de politiek tijdens hun vergadering aandacht vroeg kwam dat besluit.
Weigering
Het begeleidend schrijven bij dat besluit begint met excuses voor het lange wachten op een reactie. Besloten was om het verzoek om handhaving te weigeren. Het college erkende dat het buiten kijf staat dat er een strijdige situatie is met het bestemmingsplan, waartegen in beginsel handhavend moet worden opgetreden. Maar het college blijft bij haar eerdere standpunt: Tot een andere ontwikkeling vorm krijgt vervult de huidige huisvesting van arbeidsmigranten een maatschappelijke functie, en is het een passende invulling voor het park.
Het schrijft daarbij dat er daadwerkelijk een duidelijke stip op de horizon is. Wel werd er besloten om het eerder voorgenomen gedoogbesluit te schrappen, en het daarin voorgestelde ultimatum over te nemen in een handhavingsbeschikking. Aan de hand van het handhavingsbeleid van de gemeente, waarbij de Landelijke handhavingsstrategie wordt gevolgd, kan er nog niet direct een last onder dwangsom worden opgelegd.
Een dergelijke beschikking doorloopt een standaard juridische procedure, waarbij eerst een zogenaamd voornemen last onder dwangsom moet worden verstuurd. Daar kunnen dan zowel de eigenaar als andere belanghebbenden een zienswijze op indienen, waar uiteindelijk weer bezwaar en beroep tegen open staat.
Kortom; er wordt niet direct tot handhaving overgegaan, maar er wordt eerst gewaarschuwd en een kans gegeven om het oneigenlijke gebruik te herstellen. Als de overtreding dan blijft voortduren wordt als uiterste maatregel de uiteindelijke last onder dwangsom opgelegd. In praktijk betekent dit dat het oneigenlijke gebruik voor 1 januari 2024 definitief gestaakt moet worden, en als dat niet gebeurt de eigenaar een dwangsom verbeurt.
Een handhavingsbesluit per se was zodoende dus nog niet aan de orde. Maar door de ingebrekestelling van de buurtcommissie werd het college gedwongen wel een besluit te nemen, en zag ze geen andere keuze dan het verzoek af te wijzen. Daarbij maakt het wel de uitdrukkelijke toezegging dat de handhavingsprocedure wordt opgestart.
Bezwaar
Maar de omwonenden vinden die datum nog veel te ver weg, en willen deze flink naar voor halen. Het afwijzen van het handhavingsverzoek heeft op 17 december 2021 dan ook tot een bezwaar van de buurtcommissie geleid, die daarbij aangeeft gesteund te worden door in ieder geval 38 omwonenden.
“Wij willen deze teloorgang van onze buurt niet langer aanzien en ondergaan. Met steeds wisselende groepen, veel drank en druggerelateerde overlast, roekeloos rijgedrag, lawaai, en onveilig voelen. De rek en de tolerantie in de buurt is er na meer dan 15 jaar uit, en we kunnen het niet nog eens twee jaar tolereren”, reageert een lid van de buurtcommissie. “Dus blijven wij ons met hand en tand verzetten!”
De omwonenden geven aan, ondanks al het tegenwerken, nog steeds bereid te zijn om samen in der minne tot een spoedige oplossing te komen. Maar ook bij het behandelen van dat bezwaar werden volgens de omwonenden de termijnen weer opgerekt door gemeente. Op voorhand gaven de omwonenden aan niet in te stemmen met nog langer uitstel van behandeling, en zich te beroepen op het recht op een beslissing binnen 12 weken.
Deze datum kwam toevalligerwijs precies uit op de zitting van de onafhankelijke hoorcommissie afgelopen woensdag. Bij die hoorzitting werden zowel de nieuwe eigenaar als de buurtcommissie gehoord. Na het advies van de hoorcommissie moet het gemeentebestuur binnen zes weken een besluit nemen.
Dwangsom
Inmiddels heeft het college met een brief de zogeheten voornemen last onder dwangsom op 26 januari kenbaar gemaakt bij de eigenaar van het park. In de brief wordt benadrukt dat het huidige gebruik strijdig is, maar dat het dagelijks bestuur het een passende functie vindt tot de bestaande huurovereenkomst is afgelopen. Er wordt aangegeven dat de gemeente van plan is een last onder dwangsom op te leggen, en dat als het huisvesten van arbeidsmigranten voordat 2024 begint niet is beëindigd, die dwangsom zal worden verbeurd.
Wat het college betreft wordt hiermee gegarandeerd dat het gebruik ook daadwerkelijk op dat moment beëindigd zal zijn. De dwangsom heeft een hoogte van 4.000 euro per huisje, per maand. Na een half jaar zou dan het gestelde maximum van 24.000 euro worden bereikt. Wanneer maximaal opgerekt zal de dwangsom, met de in totaal 62 verblijven, een hoogte hebben van bijna anderhalf miljoen euro. De buurtcommissie vindt dat die dwangsom te veel open einden heeft, en de vertegenwoordiger van de gemeente gaf bij de hoorzitting aan dat deze nog zal worden aangepast.
Lenferink
Sinds de jaarwisseling is vastgoedbeheerbedrijf Lenferink Groep Zwolle de nieuwe eigenaar van het park. “Wij zijn inderdaad eigenaar geworden en zijn momenteel bezig met onze planvorming”, bevestigde CEO Emiel Brink afgelopen maand desgevraagd. Bij de gemeente heeft het ambtelijk al aangegeven dat er plannen zijn het terrein te herontwikkelen tot woningen. Maar Brink wilde zich daar toen nog niet over uit laten: “Voor nu is het nog te vroeg om hierover te communiceren.”
In de openbare gegevens van het kadaster is te zien dat het park voor nu juridisch is ondergebracht bij de naastgelegen Wildthout Hotelgroep B.V., dat al langer eigendom is van datzelfde vastgoedbedrijf. Tijdens de hoorzitting afgelopen woensdag werd wat meer duidelijk van de plannen. De vertegenwoordiger van het bedrijf deelde dat het voornemen is om het recent gerenoveerde hotel en restaurant uit te breiden op een deel van het vakantiepark. Enkele bestaande bungalows zouden een ‘kwaliteitsimpuls’ krijgen, en bestemd worden voor hotelgasten. De rest van het park moet dan worden omgezet naar een woonbestemming.
De vertegenwoordiger van Lenferink deelde dat een architect nu werkt aan de afronding van de plannen voor ‘Park Wildthout’, en dat die rond halverwege april gepresenteerd worden aan de omwonenden. Eén ding staat in ieder geval wel vast: Voordat 2024 begint zal de illegale huisvesting hoe dan ook voorbij moeten zijn.
Lenferink heeft vanaf beginsel geuit niet door te willen gaan met de huisvesting van arbeidsmigranten. En gaf bij de hoorzitting aan dat als het aan hen ligt er nog voor dat ultimatum een einde aan komt. Het wil in overleg met de gemeente en de omwonenden een einddatum gaan bepalen.